OKC 6,7 Gassen op de OK, scheikunde Flashcards

1
Q

wat voor een aansluiting is parkodex

A

schuif aansluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat voor een aansluiting is drager

A

plug in wand aansluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 3 fase stoffen heeft de fasedriehoek

A
  1. gas
  2. vloeibaar
  3. vast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

benoem de faseovergang van smelten

A

vast naar vloeibaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

benoem de faseovergang van stollen en bevriezen

A

vloeibaar naar vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

benoem de faseovergang van verdampen

A

vloeibaar naar gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

benoem de faseovergang van condenseren

A

gas naar vloeibaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

benoem de faseovergang van sublimeren en vervluchtigen

A

vast naar gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

benoem de faseovergang van rijpen en vervasten

A

gas naar vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beschrijf het atoommodel (3)

A
  1. atoomkern –> positief geladen protonen en ongeladen neutronen
  2. atoomschil –> negatief geladen elektronen (elektronen wolk)
  3. de grootte van een atoom word bepaald door de elektronen wolk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houden de volgende bindingen in
molecuulbinding
atoombinding
ionbinding
metaalbinding

A

binding tussen 2 moleculen
binding tussen 2 atomen
binding tussen positief en negatief geladen deeltjes (ionen) in een zout
vrije elektronen die metaalatomen bij elkaar houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly