Oefenvragen Guyton H1 Flashcards

1
Q

Hoeveel cellen in ons lichaam?

A

100 miljard (billion) 1x10^14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel cellen van ons lichaam zijn rode bloedcellen?

A

25 miljard (2.5x10^13)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel procent van ons lichaam is vloeistof?

A

Ongeveer 60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk deel van ons lichaamsvloeistof is intracellulair?

A

2/3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk deel van ons lichaamsvloeistof is extracellulair?

A

1/3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar bevindt zich de extracellulaire vloeistof in het lichaam?

A

In het bloed en tussen de cellen (intercellulaire ruimtes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie bedacht de term ‘internal environment’ of ‘milieu interieur’ voor extracellulaire vloeistof?

A

Franse fysioloog Claude Bernard (1813-1878)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Extracellulaire vloeistof bevat vooral veel bepaalde ionen en voedingsstoffen. Welke?

A

Na+, Cl-, bicarbonaat, O2, glucose, aminozuren, vetzuren, afvalstoffen als CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Intracellulaire vloeistof bevat hoofdzakelijk veel van welk type ionen?

A

K+, Mg2, PO4(3-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie van de term homeostase

A

Het in stand houden van de bijna constante condities in het milieu interieur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bedenker term homeostase

A

Walter Cannon in 1929, geïnspireerd door de ideeën van Claude Bernard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Variatie in de concentratie waterstofionen in het bloed is normaliter minder dan:

A

5 nanomol/liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit: “trade-off” hypothese bij homeostatische compensatie

A

Bij ziekte is er vaak sprake van een verstoring in de homeostase. Andere homeostatische mechanismen kunnen deze afwijking compenseren, maar dit kan op lange termijn zelfs schadelijk zijn. Het is vaak lastig om de primaire oorzaak van een ziekte en symptomen te scheiden van de effecten van de compensatoire mechanismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bloed gaat gemiddeld hoe vaak rond in het lichaam: X keer per minuut

A

1x per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij inspanning kan de rondgang van bloed in het lichaam oplopen tot: X keer per minuut

A

6x per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er zijn maar weinig cellen die meer dan hoeveel nm/um van een haarvat verwijderd liggen?

A

50um

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het alveolaire membraan?

A

Membraan tussen de alveoli en capillairen van de longslagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe dik is het alveoleire membraan?

A

0,4-2,0um

19
Q

De lever scheidt veel stoffen uit in welke vloeistof om vervolgens uitgescheiden te worden?

A

Gal

20
Q

Uit welke delen is het zenuwstelsel hoofdzakelijk opgebouwd?

A

Sensorische input, centrale zenuwstelsel, motorische output

21
Q

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

A

Hersenen en ruggenmerg

22
Q

Wat is de functie van het schildklierhormoon?

A

Stimuleert chemische reactiesnelheden in cellen

23
Q

Wat is de functie van adrenocortical hormonen?

A

Hoofdzakelijk waterhuishouding, Na+ en K+ huishouding en eiwitmetabolisme

24
Q

Wat is de functie van het bijschildklierhormoon

A

Regelen calcium en fosfaathuishouding

25
Q

Wat is het integumentary system?

A

Huid en bijbehorende adnexen als zweetklieren, haarfollikelen e.d.

26
Q

Hoeveel massaprocent is de huid?

A

12-15%

27
Q

Hoofdzakelijke functies integumentary system?

A

Bescherming, demping, temperatuurregeling, sensorische informatie, uitscheiding afvalstoffen

28
Q

Twee vitale eigenschappen afweersysteem?

A

Herkenning lichaamseigen cellen en opruimen indringers

29
Q

Wat is de zuurstofbuffering functie van hemoglobine?

A

Rode bloedcellen hebben een hoge affiniteit voor zuurstof. Zuurstof laat alleen echt los van hemoglobine in de perifere gebieden als daar weinig zuurstof is. Als er veel zuurstof is laat hemoglobine zuurstof niet gemakkelijk los. Dit komt goed uit, want dan is het ook niet echt nodig. Dit mechanisme berust dus op de fysisch-chemische eigenschappen van hemoglobine.

30
Q

Uitleg chemoreceptorreflex

A

In de carotid body en aortic body bevinden zich chemoreceptoren

31
Q

Baroreceptorreflex uitleggen

A

In de bifurcatie regio van de carotis (carotid sinus) en in de aortaboog bevinden zich baroreceptoren, bij daling bloeddruk, minder signalen naar de medulla oblongata, minder inhibitie vasomotor centrum en meer impulsen naar hart en bloedvaten.

32
Q

Gevolgen hypokaliëmie en wanneer

A

Bij daling minder dan een derde normaalwaarde. Spierverlamming omdat zenuwcellen signalen niet meer kunnen overbrengen

33
Q

Gevolgen hyperkaliëmie en wanneer

A

Twee keer normaalwaarde: hartspier waarschijnlijk sterk depressed

34
Q

Gevolgen hypocalcemie en wanneer

A

Minder dan de helft normaalwaarde: tetanische spiercontracties

35
Q

Gevolgen hypoglycaemie en wanneer

A

Minder dan helft normaal metal irritabilitt en convulsions

36
Q

Teken normaalwaardetabel voor veneuze zuurstof, veneuze co2, Na, K, Ca, Cl, bicarbonaat, glucose, temperatuur en pH

A

Tekenen

37
Q

Wat is negatieve feedback en geef voorbeeld

A

Negatieve feedback is een fundamenteel principe in de geneeskunde en fysiologie. Het verwijst naar een regulatiemechanisme waarbij een verandering in een systeem een reactie veroorzaakt die die verandering tegengaat en het systeem weer in balans brengt (homeostase).

38
Q

Wat is positieve feedback?

A

Positieve feedback is een ander regulatiemechanisme in het lichaam, waarbij een verandering in een systeem een reactie veroorzaakt die die verandering versterkt in plaats van tegengaat. Dit proces eindigt meestal wanneer een specifieke gebeurtenis is voltooid. Positieve feedback is minder gebruikelijk dan negatieve feedback, maar speelt een belangrijke rol in bepaalde situaties.

39
Q

3 voorbeelden van positieve feedback in het lichaam

A

Bloodclotting, geboorte en impulsgeleiding zenuw

40
Q

Wat is de gain van een control system en hoe bereken je deze?

A

Gain = correction / error

41
Q

Wat is feed-forward control?

A

Feed-forward control is een mechanisme in de fysiologie en andere systemen waarbij het lichaam of een systeem proactief reageert op een verwachte verandering, nog voordat die verandering daadwerkelijk plaatsvindt. Het verschil met feedbackcontrole is dat feed-forward controle geen correctie achteraf biedt, maar vooruitwerkt om verstoringen te voorkomen. Het is dus een anticiperende regulatie.

42
Q

Wat is feed-forward control?

A

Feed-forward control is een mechanisme in de fysiologie en andere systemen waarbij het lichaam of een systeem proactief reageert op een verwachte verandering, nog voordat die verandering daadwerkelijk plaatsvindt. Het verschil met feedbackcontrole is dat feed-forward controle geen correctie achteraf biedt, maar vooruitwerkt om verstoringen te voorkomen. Het is dus een anticiperende regulatie.

43
Q

Wat is adaptive control

A

Een dynamisch systeem dat zichzelf aanpast aan veranderende omstandigheden of nieuwe informatie.