Oefensessie tentamens 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de symptomen en complicaties bij alcoholintoxicatie?

A
  • desoriëntatie,
  • oordeel- en kritiekstoornissen,
  • seksuele en/of agressieve ontremming),
  • en (een risico op) ernstige complicaties, zoals bewustzijnsdaling, shock, ademhalingsdepressie, hypothermie en hypoglykemie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is verantwoord alcoholgebruik?

A

Mannen: 2 eenheden per dag
Vrouwen: 1 eenheid per dag

Zwaar drinken: één keer per week of vaker meer dan 4 (vrouwen) of 6 (mannen) glazen drinken.
Overmatig drinken: het drinken van meer dan 21 glazen per week voor mannen of meer dan 14 glazen per week voor vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het alcoholonthoudingssyndroom en hoe behandel je dit?

A

Alcoholonthoudingssyndroom:veroorzaakt door plotseling staken of minderen van langdurig overmatig alcoholgebruik, met classificatie op basis van de ernst van verschijnselen:
licht: slapeloosheid en prikkelbaarheid;
matig ernstig: ook misselijkheid, braken, overactiviteit, tachycardie, koorts, zweten, lichtschuwheid, hoofdpijn, angst of tremoren;
ernstig: ook hallucinaties/delier of insulten.

Behandelen met Lorazepam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is iemand een zware roker?

A

Als iemand meer dan 20 sigaretten per dag rookt.

1 pakje marlboro heeft 20 sigaretten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de medicamenteuze behandeling bij stoppen met roken?

A
  • Nicotinevervangende middelen(voorkeur op basis van bijwerkingenprofiel)
  • nortriptyline
  • bupropion
  • varenicline

Allemaal even effectief.

Stoppen met roken heeft de grootste winst op afname risico hart- en vaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Na hoelang stoppen met roken is de risico op coronaire hartziekten gehalveerd?

A

Na 1 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de cholesterol normaalwaarden?
TC/HDL:
Totaal cholesterol:
HDL:
LDL:
Triglyceriden:

A

Labwaarden Normaalwaarden
TC/HDL ratio < 8
Totaal cholesterol 1,5-6,5 mmol/l
HDL 0,9-1,70 mmol/l
LDL 2,0-4,5 mmol/l
Triglyceriden 0,6-2,2 mmol/l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de eGFR bepaald?

A

eGFR wordt berekend na een test van creatinine in het bloed.

Normaalwaarde: gelijk of hoger dan 90 ml/min.
Verminderde nierfunctie: lager dan 60 ml/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is creatinekinase(CK)?

A

Creatinekinase is een indicator voor spierschade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is COPD een verzamelnaam voor?

A

COPD(chronic obstructive pulmonary disease) is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is acuut coronair syndroom(ACS)?

A

Een acuut coronair syndroom (ACS) is een verzamelnaam voor instabiele angina pectoris(Non-STEMI) en een hartinfarct(STEMI). Deze twee aandoeningen hebben dezelfde oorzaak, namelijk het dichtslibben van de bloedvaten rondom het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is astma cardiale?

A

Asthma cardiale is de benaming voor de ernstige en vaak beangstigende kortademigheid, die optreedt vanwege een ophoping van oedeem buiten de capillairen van de longen, als gevolg van linkerventrikelfalen.

Een aanval van asthma cardiale kan op elk moment van de dag of de nacht optreclen. Precordiale pijn of druk, rusteloosheid en droge, niet produktieve hoest, kan aan de aanval voorafgaan. De respiratie wordt dan moeilijker en meestal ook versneld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de symptomen van astma bronchiale?

A
  • Kortademigheid
  • Beklemming op de borst
  • Piepende ademhaling
  • Overmatig hoesten
  • Hoest die je ’s nachts wakker houdt

Astma bronchiale is een ziektebeeld met aanvalsgewijs optredende en vrijwel volledig reversibele luchtwegobstructie.

De grootste hevigheid van de aanvallen duurt in de regel slechts 1-2 uren. Daarna ebt de benauwdheid in een à twee dagen weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de symptomen van een pneumonie?

A

De meest voorkomende klachten zijn:
- Hoge koorts en/of ‘koude’ rillingen.
- Pijn op de borstkas, die toeneemt bij diep doorademen en/of hoesten.
- Kortademigheid/benauwdheid.
- Hoesten.
- Geel/groen slijm, soms met wat bloed.
- Algeheel gevoel van ziek-zijn.
- Zwakte, verminderde eetlust en vermoeidheid.
- Verwardheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor medicijn is clopidogrel?

A

Clopidogrel is een trombocytenaggregatieremmer. Het is een antistollingsmedicijn en werkt tegen trombose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk eiwit geven de afgestorven hartspiercellen af aan het bloed bij een MI?

A

Troponins

Ook wordt er een enzym afgegeven: CK-MB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat representeert de P top in een ECG?

A

Atriale depolarisatie/contractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat represeneert de QRS-complex in een ECG?

A

De depolarisatie/contractie van de ventrikels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat representeert de ST-segment in een ECG?

A

De tijd tussen depolarisatie en repolarisatie van de ventrikels.
Hoort een rechte horizontale lijn te zijn.

Een abnormaal ST-segment wijst op ischemie of een infarct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat representeert de T-top in een ECG?

A

Repolarisatie van de ventrikels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Op welke twee manieren kun je de heart rate berekenen uit een ECG?

A

Bij een regulier ritme: tel het aantal grote blokken tussen 2 R-toppen. Deel 300 door het aantal blokken.

Bij niet-regulair ritme: Tel het aantal QRS-complexen bij een volledige strip(is meestal 10 seconden tijd) en vermenigvuldig met 6.

Tachycardy: >100
Bradycardie: <60

Normal heart rate: 60-100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de cardiac axis?

A

Axis represents the overall direction of electrical spread withing the heart.

Een normale axis ligt tussen de -30 en 90 graden. Hierbij zijn Lead I en Lead II positief. Lead II het meest positief. Ook Lead III is licht positief.

23
Q

Wat is Right axis deviation(RAD)? en hoe zie je dat op de ECG?

A

Bij RAD loopt het electrische singaal niet de normale richting op, maar gaat deze richting 90-180 graden.

Oorzaak is vaak: recheterventrikelhypertrofie

Op de ECG is lead I negatief en lead III positief.

Dit beeld zie je vaak bij pulmonale hypertensie.(zie foto voorkant flashcard)

24
Q

Wat is left axis deviation(LAD)? En hoe zie je dit op de ECG?

A

Bij LAD wijkt de elektrische signaal af naar links tussen -30 en -90 graden.

Op de ECG zie je
Lead I: positief
Lead II en III: negatief

Meestal oorzaak: linkerventrikelhypertrofie of conduction abnormalities(blocks)

25
Q

Waar duidt een verlengd PR-interval op?

A

Normale duur: 120-200ms(3-5 kleine blokjes)
Een verlengde PR-interval duidt op een AV-blok.

26
Q

Wat zie je bij een eerstegraads AV-blok?

A

een consistente verlengde PR-interval bij elke complex hetzelfde.

ALs de PR-segment langer duurt dan 0,2 sec(op ECG 1 grote blok), dan is deze verlengd.(het beste te beoordelen bij Lead II van de ECG)

Vaak asymptomatisch

27
Q

Wat zie je bij een tweedegraads AV-blok type 1?
Ookwel Mobitz type 1 of Wenckebach genoemd

A

Progressieve verlenging van PR interval totdat een heel QRS complex overgeslagen wordt.

Symptomen vaak niet ernstig. Geen interventie vereist.

28
Q

Wat zie je bij een tweedegraads AV-blok (Mobitz) type 2?

A

Hier zijn de PR intervallen steeds consistent maar zie je ineens een verdwijning van een hele QRS-complex

Dit type is ernstiger en vereist behandeling.

29
Q

Wat zie je bij een derdegraads AV-blok?

A

Daar zie je random p toppen en QRS-complexen zonder dat ze elkaar opvolgen. Atria en ventrikels hebben hier geen connectie met elkaar.

30
Q

Wat is het Wolf-Parkinson-White(WPW) syndroom?

A

Hierbij is er een andere weg die de elektrische signaal van de SA-node vanuit de atrium naar de ventrikels gaat buiten de gebruikelijke route van de AV-node om.
Naast de normale route via de AV-node heb je bij dit syndroom een dubbele contractie van de ventrikels.

Dit syndroom kan tachyritmieën veroorzaken.

31
Q

Right bundle branch block

A
32
Q

Left bundle branch block

A
33
Q

ST-elevation MI(STEMI)

A

Wijst op een infarct

34
Q

Non-ST elevation(NSTEMI)

A

Wijst op verder gevorderde instabiele angina pectoris.

35
Q

Hoe kun je symptomatisch het verschil tussen stabiele en instabiele angina pectoris aanwijzen?

A

Bij instabiele AP blijft de pijn ook in rust.
Bij stabiele AP verdwijnt de pijn in rust.

36
Q

Bij een patient met Acuut coronair syndroom(ACS) bepaalt de ambulanceverpleegkundige op basis van ECG of er naar een normaal ziekenhuis of interventiecentrum voor spoed PCI wordt gegaan. Hoe maakt ze die keuze?

A

Als er op het ECG een STEMI te zien is dan naar interventiecentrum.

37
Q

Wat zijn de GOLD classificaties van COPD?

A

Gold 1(licht COPD):FEV1/VC kleiner dan 70% en FEV1 meer dan 80 % van voorspelde waarde.

Gold 2(Matig COPD): FEV1/VC kleiner dan 70% en FEV1 50-80% van voorspelde waarde.

Gold 3(ernstig COPD): FEV1/VC kleiner dan 70% en FEV1 30-50% van voorspelde waarde.

Gold 4(zeer ernstig COPD): FEV1/VC kleiner dan 70% en FEV1 kleiner dan 30% van de voorspelde waarde of kleiner dan 50% van de voorspelde waarde met tekenen van hypoxie (PaO2 < 8 kPa) of hypercapnie (PaCO2 > 6.7 kPa).

38
Q

Wat is de medicamenteuze behandeling van COPD?

A

Stap 1 kortdurende luchtwegverwijding zo nodig:
infrequente dyspnoe, weinig hinder, geen longaanval –> gebruik zonodig een kortwerkende luchtwegverwijder. SAMA(ipratropium) of SABA(salbutamol,terbutaline).

Stap 2 onderhoudsbehandeling met een langwerkende luchtwegverwijder.
aanhoudende dyspneu, hinder–> start een langwerkende luchtwegverwijder. LAMA(bijv. tiotropium) of LABA(bijv. formoterol).
Bij keuze tussen LAMA of LABA monotherapie bevelen we de medicatie aan die de COPD-patiënt het best verdraagt:
een LAMA beschermt mogelijk iets beter tegen (minder ernstige) longaanvallen en heeft daarom in geringe mate de voorkeur
overweeg echter een LABA bij (een voorgeschiedenis van) urineretentie, glaucoom of refluxziekte.

Stap 3 onderhoudsbehandeling met met duotherapie LABA + LAMA
Overweeg samen met de patiënt duotherapie met LAMA + LABA als dyspneuklachten, hinder of beperkingen persisteren ondanks monotherapie.
Verwijs bij weinig verbetering naar een longarts.

Eventueel wordt bij stap 2 of 3 een inhalatiecorticosteroid(ICS) toegevoegd.

39
Q

Waar is de FVC een maat voor bij de longfunctie?

FVC en VC zijn hetzelfde.

A

FVC = Forced vital capacity.

Dit is het luchtvolume tussen maximale inspiratie en maximale expiratie.

Een nomaal totaal longvolume(TLC) bij een volwassene is 6 liter. De FVC is altijd minder dan de TLC(total long capacity).

40
Q

Wat is de FEV1 bij de longfunctie?

A

De FEV1 is de hoeveelheid luchtvolume die wordt uitgeademd binnen de eerste seconde van een maximale expiratie.

Zie de foto hieronder. Daar zie je dat de FVC(Forced volume capacity) 5Liter is en de FEV1(Forced expiration volume 1 sec) 4 liter is.

Deze twee maten worden vaak in ratio weergegeven. De FEV1/FVC ratio. Deze heeft een normaalwaarde van 80%.

41
Q

Hoe zie je bij een longfunctietest obstructieve longzieketen terug op de grafiek?

Voorbeelden obstructieve longziekten: COPD, astma

A

Zie foto hieronder. Met links de grafieken van een normale longfunctie en rechts COPD.

In de flow-volume grafiek zie je een verschuiving naar links omdat de longcapaciteit is toegenomen bij COPD. Ook zie je een knik in de grafiek bij de expiratie door obstuctie in de longen.

In de volume-tijd grafiek zie je dat de FVC normaal blijft maar de FEV1 flink afneemt. Hierdoor is de FEV1/FVC ratio afgenomen. Bij een ratio van <70% is er sprake van obstructieve longziekte.

42
Q

Hoe zie je bij een longfunctietest restrictieve longziekten terug in de grafiek?

Voorbeelden restrictieve longziekten: longfibrose, sarcoidose.

A

Zie grafiek hieronder. Je ziet een verschuiving naar rechts in de flow-volume grafiek omdat de totale longcapaciteit(TLC) afneemt bij een restrictieve longziekte.

Bij de volume-tijd grafiek zie je hier dat de FVC is afgenomen maar de FEV1 is vrij normaal nog hierbij. Bij restrictieve longziekte heb je een normale FEV1/FVC ratio.

43
Q

Wanneer is het gebruik van inhalatiecorticosteroïden(ICS) bij de behandeling van COPD geïndiceerd?

A

Zie foto hieronder. Maar in het kort bij regelmatige of persisterende dyspneuklachten, hinder of beperkingen en 2 of meer longaanvallen per jaar.

Een ICS moet dagelijks worden gebruikt, als onderhoud.

44
Q

Wat zijn de symptomen van anemie?

A
  • een moe en zwak gevoel
  • snel kortademig worden bij inspanning
  • duizeligheid
  • het gevoel flauw te vallen
  • hartkloppingen
  • zweten
  • hoofdpijn
  • oorsuizen
  • bleekheid, minder kleur in het gezicht (bij ernstige bloedarmoede)
45
Q

Noem de betekenis en mogelijke oorzaak van de volgende longgeluiden.

Vesiculair ademgeruis
Rhonchi
Crepitaties
Pleurawrijven

A

Vesiculair ademgeruis: normaal ademgeruis.

Rhonchi: Muzikale bijgeluiden. Astma, COPD, chronische bronchitis.

Crepitaties: Klittenbandgeluid. Grove crepitaties: longoedeem, ernstig emfyseem, sputum/bloed/etter in de luchtwegen. Fijne crepitaties: Longfibrose, decompensatio cordis links, longontsteking, diffuse interstitiele longaandoeningen.

Pleurawrijven: Pleuritis, longinfarct, longembolie.

46
Q

Op de foto zie je links een normale longfoto en rechts een ziekte. Welke ziekte zie je?

A

COPD

47
Q

Welke longziekte zie je op onderstaande longfoto?

A

Sarcoïdose is een zeldzame stoornis van het afweersysteem, waarbij vrijwel alle organen en weefsels van het lichaam aangetast kunnen worden. Openbaart zich het vaakst in de longen.

De ziekte wordt gekenmerkt door zogenaamde “granulomen”, kleine opeenhopingen van ontstekingscellen, en kent vaak een grillig verloop. Door vergrote lymfeklieren tussen de longen en soms verdichtingen in de long zelf is de ontsteking vaak zichtbaar op een röntgenfoto van de longen.

48
Q

Welke ziekte zie je op onderstaande longfoto?

A

Tuberculose

49
Q

Welke longziekte zie je op onderstaande foto?

A

Pneumonie

50
Q

Wat is een pakjaar?

A

Het aantal pakjes dat iemand per dag rookt x het aantal jaar dat iemand rookt.

51
Q

Wat is de normaalwaarde van LDL?

A

2.0-4.5 mmol/l

52
Q

Wat is de normaalwaarde van totaal cholesterol?

A

1.5-6.5 mmol/l

53
Q

Wat zie je op onderstaande longfoto?

A

Longempyeem.

Bij empyeem is er pus/etter opgehoopt tussen de pleurabladen. Vaak is het een gevolg van gecompliceerde longontsteking.