Obsessieve-compulsieve- en verwante st Flashcards

1
Q

Waardoor wordt een dwangstoornis door gekenmerkt?

A

Obsessies, compulsies of beide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke 2 punten kan een dwangstoornis diagnose gespecificeerd worden?

A
  • Realiteitsbesef (goed, gering of ontbrekend)
  • ticstoornis (wel/geen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel % van cliënten met een dwangstoornis heeft last van zowel obsessies als dwanghandelingen?

A

80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de prevalentie en incidentie van OCS

A

Prevalentie 2.5%
Incidentie 1.6%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de gemiddelde leeftijd bij het begin van een dwangstoornis en vanaf welke leeftijd begint de stoornis bij 25%

A

gemiddelde leeftijd: 19 jr
25% start bij 14jr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt dwanggedrag verklaard vanuit de leertheoretische benadering?

A

Actieve en passieve vermijding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt dwanggedrag verklaard vanuit een cognitieve visie?

A

Inflated responsibility: overschatting van gevaar en overschatting van de eigen verantwoordelijkheid en overschatting van het belang van de eigen (dwang)gedachten. (thought-action fusion)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van een dwangstoornis?

A

Misbruik
Trauma
Genetische belasting (2x zoveel meer kans om te ontwikkelen bij eerstegraads familie)
Internaliserende symptomen
Negatieve emotionaliteit
Gedragsinhibitie in kindertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rol van cultuur en gender op dwangstoornissen?

A

Cultuur: geen

Gender: geen verschil in aantallen.
Mannen: stoornis begint v aak eerder + comorbide ticstoornis komt vaker voor

Inhoud angst:
Mannen: symmetrie handelingen + verboden obsessies
Vrouwen: besmetting of wasdrangWat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen iemand met agorafobie die zich niet buiten begeeft en iemand met een dwangstoornis die zich niet buiten begeeft?

A

Zij hebben een ander motief.

Agorafobie: bang een paniekaanval te krijgen of onwel te worden

Dwangstoornis: bang om besmet te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onder welke stoornis vallen dwangmatige gedachten :
1. over de eigen gezondheid
2. om besmet te raken
3. over het al dan niet hebben van een lichamelijke afwijking

A
  1. ziekteangststoornis
  2. dwangstoornis
  3. morfodysforfe stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 2 stoornissen die vaak voorkomen bij dwangstoornis?§

A
  • Depressie
  • Ticstoornis (30%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt een dwangstoornis gediagnosticeerd?

A

Gestructureerd interview (Yale Brown Obsessive Compulsive Scale Y-BOCS)

& eventueel zelfrapportage –>Padua Inventory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 behandelvormen zijn effectief bij een dwangstoornis?

A

(voorkeur voor) Gedragstherapie bestaande uit exposure in vivo met responspreventie
& cognitieve therapie & inference based approach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is inference based approach en bij welke stoornis wordt dit toegepast?

A

Cognitief model voor de behandeling van een dwangstoornis.
DIscrepantie verkleinen tussen angstige verbeelding en de realiteit dmv zintuiglijke waarnemingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de geschatte puntprevalentie van de verzamelstoornis

A

tussen 2 en 6%

17
Q

Welke leeftijdsgroep kent de meeste cliënten met een verzamelstoornis?
Op welke leeftijd begint deze stoornis vaak?

A

55+ (3x zo vaak)

tussen 11 en 15 jaar

18
Q

Wat is de meest gangbare theoretische visie op verzamelstoornis en licht deze toe.

A

Cognitief gedragstherapeutisch model.
(Frost & Steketee)

  1. Problemen bij informatieverwerking (underinclusive cognitive style mbt categoriseren)
  2. overtuigdheid over en gehechtheid aan bezittingen
  3. emotionele reacties

Compulsief verwerven. + verzameldrang zijn vormen van vermijdingsgedrag.

19
Q

Noem risicofactoren voor het ontwikkelen van een verzamelstoornis

A

Besluiteloosheid
Psychotrauma
Genetisch (50%)

20
Q

Wat is de rol van cultuur en gender bij verzamelstoornis?

A

Cultuur: geen
Gender: type gedag. Mannen verzamelen meer, vrouwen verwerven meer

21
Q

Comorbiditeit bij verzamelstoornis is hoog. Noem de belangrijkste.

A

Schizo
Organische mentale stoornissen
Eetstoornisen
Hersenbeschadiging
Dementie
Sociale fobie
Depressie
BIpolaire stoornis
OCS (tegenstrijdige resultaten)

22
Q

Hoe wordt de verzamelstoornis gediagnosticeerd?

A

Semi gestructureerd interview (Hoarding Rating Scale Interview)

Zelfinvulvragenlijst (Saving Inventory)

Clutter Image Rating

23
Q

Wat is de meest effectieve behandeling bij verzamelstoornis?

A

Cognitieve gedragstherapie

24
Q

Noem de 6 stappen van de CGT bij verzamelstoornis

A
  1. Psycho educatie & behandelplan
  2. Verminderen van in huis halen van spullen
  3. Cognitieve therapie
  4. Ordenen en organiseren
  5. Wegdoen van spullen
  6. Terugvalpreventieplan
25
Q

Wat is het verschil tussen iemand met een morfodysfore stoornis van normale ongerustheid over het uiterlijk?

A

Buitensporige preoccupatie en repetitieve handelingen

26
Q

Waar leiden de obsessieve gedachten bij BDD toe? Noem aantal voorbeelden.

A

BDD = morfodysfore stoornis

Repetitieve handelingen zoals in de spiegel kijken, excessief het uiterlijk verzorgen, aan de huid pulken of geruststelling vragen

27
Q

Noem de puntprevalentie van BDD

A

1.7 tot 2.4 %

28
Q

Wat is de rol van gender en cultuur op BDD?

A

Cultuur: geen, veel ovk
Gender: mannen meer preoccupatie met genitaliën, vrouwen comorbiditeit met eetstoornis

29
Q

Welke methoden worden toegepast bij diagnosticeren BDD?
En welke behandeling is het meest gangbaar?

A

Gestructureerd interview:
BDD-YBOCS
BDDE

Onderzoek naar effectiviteit is beperkt. Psychologische interventies (CGT) hebben meer effect dan farma.

30
Q

Welke haren trekken cliënten met trichotillomanie het meeste uit? En hoeveel per dag?

En hoe lang zijn zij gemiddeld per dag hiermee bezig?

A

Hoofdhuid, wimpers, wenkbrauwen.

24% trekt meer dan 100 haren per dag

45 min per dag

31
Q

Aan welke lichaamsdelen krabben cliënten met excoriatiestoornis?

A

Gezicht, hoofd, bovenlichaam, handen, armen, benen

32
Q

Hebben vrouwen of mannen meer last van de stoornissen trichotillomanie en excoriatiest?

En wat is de rol van cultuur?

A

Vrouwen (3:1)

Vaker minderheidsgroepen (USA)

33
Q

Noem de prevalentie van trichotillomanie en excoriatiestoornis

A

ongeveer 2 - 5 % (excoriatie iets hoger dan tricho)

34
Q

Wat is een (opvallende) uitzondering van comorbiditeit tussen trichotillomanie en excoriatiestoornis?

A

Morfodysfore stoornis –> komt significant vaker voor excoriatiestoornis

35
Q

Wat is de comorbiditeit van trichotillomanie en excoriatiestoornis?

A

Comorbiditeit is tamelijk hoog.

Stemmingsst
Angst
Middelenmisbruik

36
Q

Hoe worden trichotillomanie en excoriatiestoornis gediagnosticeerd?

A

Zelfrapportagelijsten

Alopecia rating (mate van kaalheid)
Skin Picking Scale
Registratie dagelijkse duur krabben

37
Q

Wat is een effectieve behandeling bij trichotillomanie en excoriatiestoornis? Leg uit wat deze behandeling betekent.

A

Habit reversal

Gewoontegedrag vervangen door gedrag dat daarmee onverenigbaar is.

(significant sterker dan farma)