OAC 3-FMH-week 1 Flashcards

1
Q

In welke fase na een CVA vindt het meeste herstel plaats?

A

Eerste drie maanden, vroege revalidatiefase (80 % van het herstel vindt in deze periode plaats).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de drie (3) domeinen van functiestoornissen

A
  • Somatosensorisch
  • Neuropsychologisch/cognitief
  • Psychologisch/sociaal-emotioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgens de KNGF-richtlijn beroerte is er een streven om de patiënt te mobiliseren binnen de eerste…. (Vul in)

A

24 uur, dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De premobilisatiefase wordt gedefinieerd in de KNGF richtlijn beroerte als?

A

‘de fase waarin het medisch beleid erop gericht is de patiënt in bed te houden’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem twee (2) interventies die de fysiotherapeut in de premobilisatiefase toepast.

A
  • het adviseren van een optimale lighouding die de patiënt tevens als comfortabel ervaart;
  • het adviseren in het opzetten, maar ook tevens monitoren van een adequaat wisselliggingsschema, onder andere om decubitus, handoedeem en een pijnlijke schouder zo veel mogelijk te voorkomen, waarbij rekening gehouden wordt met optimale positionering van de paretische schouder en gewenste drainagehoudingen en het zo nodig stimuleren van verpleegkundigen bij de uitvoering van het schema;
  • het monitoren van (mogelijke) functiestoornissen zoals parese, somatosensoriek, weerstand tegen passief bewegen en bewegingsuitslag;
  • het onderhouden en verzorgen van een optimale pulmonale ventilatie en sputumlozing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly