Nouns Flashcards
Thee
Tea
Koffie
Coffee
dames en heren
ladies and gentlemen
de trein
train
het spoor
platform
de vertraging
delay
uur
hour
het horloge
watch
de klok
clock
de wekker
alarm
de grote wijzer
big hand (on a watch)
de kleine wijzer
the little hand (on a watch)
kip
chicken
vis
fish
het ontbijt
breakfast
de melk
milk
de suiker
sugar
het sinaasapplesap
orange juice
het mes
knife
de vork
fork
de lepel
spoon
de lepeltje
small spoon
het bord
plate
de kop
cup
het bord
plate
de theepot
teapot
het schoteltje
saucer
de mok/de beker
mug
het glas
glass
het pak melk
carton of milk
de jampot
jar of jam
het pak hagelslag
box of sprinkles
de boterham
slice of bread; a sandwich
de boter
butter
de kaas
cheese
het ei, de eieren
egg; eggs (irregular pleural form)
hebakken eieren
fried eggs
het hekookte ei
boiled egg
hagelslag
sprinkles , on food, desert
vlokken
shaved chocolate bits
vruchtenhagel
fruit sprinkles
gestampte muisjes
aniseed powder
presens
present tense
broer
brother
dat
that
wijn
wine
de borst
chest/breast?
de buik
stomach
de dij
thigh
de knie
knee
de teen
toe
de schouder
shoulder
de arm
arm
de elleboog
elbow
de hand
hand
de kuit
calf
de voet
foot
de enkel
ankle
maandag
Monday
dinsdag
Tuesday
woensdag
Wednesday
donderdag
Thursday
vrijdag
Friday
zaterdag
Saturday
zondag
Sunday
gisteren
yesterday
vandaag
today
morgen
tomorrow
de dag
the day
de week
the week
de maand
the month
nul
zero
een
one
twee
two
drie
three
vier
four
vijf
five
zes
six
zeven
seven
acht
eight
negen
nine
de fiets
bicycle/
de fietsen
bicycles
het boek
the book
de boeken
the books
het hoofd
the head
het voorhoofd
the forehead
het haar
hair
het oor
the ear (ooren)
het gezicht
the face
de mond
the mouth
het kin
the chin
de hals
the neck
de nek
the neck
de wenkbrauw
the eyebrow
het oog
eye
de wang
the cheek
de neus
the nose
de jongen
the boy/jongens-boys
het meisje
the girl/meisjes-girls
de tafel
the table/tafels-tables
de bodem
bottoms/bodems-bottoms
de bakker
baker/bakkers-bakers
de camera
the camera/camera’s-pleural
de taxi
the taxi/taxi’s-pleural
de auto
the car/auto’s-pleural
de euro
Euro/euro’s-pleural
de paraplu
the umbrella/paraplu’s-pleural
de baby
the baby/baby’s-pleural
naam
name
haar
her
vrouw
wife
het raam
window
de bus
the bus/bussen/pleural
de bal
the ball/ballen-pleural
de boom
the tree/bomen-pleural
de man
the man/husband/mannen-pleural men
de pen
the pen/pennen-pleural
het bed
bed/bedden-pleural
het been
the leg/bennen-pleural
de boom
the tree/bomen-pleural
de bom
the bomb/bommen-pleural
de muur
wall/muren-pleural
de straat
the street/straten-pleural
het vuur
the fire/vuren-pleural
het huis
the house
de muis
the mouse
de tuin
the garden
de deur
the door
het dier
the animal
de mier
the ant
het bier
the beer
het boek
the book
de koe
the cow
de poes
the cat
het hout
wood
de eeuw
the century
het zadel
the saddle/bike
het frame
the frame
de bagagedrager
baggage carrier/bike
de band
tire/bike
de spaak
spoke/tire
de ketting
bike chain
de achterwiel
back wheel/bike
de trapper
pedal/bike
het stuur
handlebar/bike
de voorvork
front fork/bike
de voorwiel
front wheel/bike
het land
country
de vlag
the flag
het volkslied
the national anthem
elf
eleven
twaalf
twelve
dertien
thirteen
veertien
fourteen
vijftien
fifteen
zestien
sixteen
zeventien
seventien
achttien
eightteen
negentien
nineteen
twintig
twenty
dertig
thirty
veertig
forty
vijftig
fifty
zestig
sixty
seventig
seventy
tachtig
eighty
negentig
ninety
honderd
hundred
eenentwintig
twentyone
drieentwintig
twentythree
tweeentwintig
twentytwo
vierentwentig
twentyfour
het huis
the house/pleural- de huizen
de maand
the month/pleural-maanden
de hersenen
the brain
de tijd
the time
de geld
money
de familie
family
het gezin
family (husband, wife, children)
de man
man
mijn man/echtgenoot
my husband
mijn vrouw/echtenote
my wife
onze kinderen
our children
onze zoon
our son
onze dochter
our daughter
mijn vader
my father
mijn moeder
my mother
hun ouders
their parents
haar zus/zuster
her sister
zijn grootvader/zijn opa
his grandfather
onze grootmoeder/onze oma
our grandmother
mijn kleinzoon
my grandson
haar kleindochter
her granddaughter
hun oom
their uncle
jouw tante
your aunt
mijn neef
my cousin (male)
mijn neefje
my nephew
mijn nicht
my cousin (female)
mijn nichtje
my niece
de duim
thumb
wijsvinger
forefinger/index finger
middelvinger
middle finger
ringvinger
ring finger
de pink
pinkie finger
het geld
money
duur
expensive