Non-verbale signalen Flashcards

1
Q

Mensen gebruiken non-verbale signalen om anderen te begrijpen. Dit kan door:

A
  • non-verbale communicatie
  • gezichtsuitdrukkingen van emoties
  • codering van trots
  • vermenging van affect
  • cultuur en vormen van non-verbale communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Non-verbale communicatie

A

bewust en onbewust om emoties uit te drukken en om attitudes en persoonlijkheidskenmerken over te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gezichtsuitdrukkingen van emoties

A

de zes belangrijkste emoties zijn: woede, blijdschap, verrassing, angst, afschuw en verdriet. Deze gezichtsuitdrukkingen zijn wereldwijd hetzelfde. Mensen coderen ze op dezelfde manier. Charles Darwin, die zich bezighield met evolutie, constateerde dit ook al.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

6 belangrijkste emoties

A

woede, blijdschap, verrassing, angst, afschuw en verdriet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Trots coderen

A

Wanneer trots gerelateerd is aan iets relevant voor anderen, kan dit leiden tot jaloezie of negatieve evaluatie.

Onderzoek toont aan dat trots soms wordt onderdrukt als het publiek erbij betrokken is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vermenging van affect

A

als één deel van het gezicht een bepaalde emotie weergeeft en een ander deel van het gezicht een andere emotie.

Dit maakt het decoderen van de gezichtsuitdrukking soms moeilijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cultuur en vormen van non-verbale communicatie

A

andere vormen van non verbale communicatie zijn: oogcontact, aanraking, persoonlijke ruimte, gebaren en intonatie. Elke cultuur kent zijn eigen manifestatieregels van gevoelens die voorschrijven welke gevoelsexpressie mensen moeten laten zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Emblemen

A

gebaren die een nauw omschreven, vaak cultuurbepaalde maar in sommige gevallen ook universele betekenis hebben

(bijvoorbeeld, duim omhoog, voor het is oké of het gaat goed).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eerste indrukken

A

zijn snel en hardnekkig. We vormen onze eerste indruk op basis van gezichtsuitdrukkingen, bezittingen, kleding, social media platformen en andere aanwijzingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Thin-slicing

A

betekenisvolle conclusies trekken over eigenschappen van anderen op grond van extreem kortdurende uitingen van hun gedrag of eigenschappen.

Directe indrukken zijn niet alleen snel, maar ze geven ook nuttige informatie door over de eigenschappen van een ander/een product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom blijven indrukken bestaan

A

het primacy effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het primacy effect

A

Dit wil zeggen dat de eerste eigenschappen die we opmerken bij een ander, invloed hebben op de informatie die we daarna over die ander opmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Belief perseverance

A

we blijven ons houden aan onze eigen conclusies, ook al blijken deze later onjuist te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly