nominativ + akkusativ Flashcards
wanneer gebruik je nominatief?
- onderwerp
- gezegde (na ‘sein’ / ‘werden’)
wanneer gebruik je accusatief?
- lijdend voorwerp
- na bepaalde voorzetsels
- achter es gibt (er zijn)
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij nominatief: mannelijk
der
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij nominatief: vrouwelijk
die
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij nominatief: onzijdig
das
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij nominatief: meervoud
die
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij accusatief: mannelijk
den
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij accusatief: vrouwelijk
die
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij accusatief: onzijdig
das
hoe verandert het bepaald lidwoord van vorm bij accusatief: meervoud
die
hoe verandert het ONBEPAALD lidwoord van vorm bij accusatief: mannelijk
einen
hoe verandert het ONBEPAALD lidwoord van vorm bij accusatief: vrouwelijk
eine
hoe verandert het ONBEPAALD lidwoord van vorm bij accusatief: onzijdig
ein
hoe verandert het ONBEPAALD lidwoord van vorm bij nominatief: mannelijk
ein
hoe verandert het ONBEPAALD lidwoord van vorm bij nominatief: vrouwelijk
eine