Nog meer vragen Flashcards
Bespreek de carpus bij carnivoren (enkel de beenderen).
* In totaal 7 beenderen * Antibrachiale rij * Os carpi radiale + os carpi intermedium (versmolten) * Os carpi ulnare * Os carpi accessorium * Aparte radius (mediaal) en aparte ulna (lateraal) * Metacarpale rij * OC I * OC II * OC III * OC IV
Bespreek het verschil tussen de axis van een paard en een rund.
* De structuren bij het rund zijn over het algemeen plomper. * De dens axis van het rund is vrij kort. * De processus articularis caudalis staat los van de crista axis bij het rund.
Bespreek het verschil tussen ware, valse en zwevende ribben.
* De halswervel C7 is de overgang naar de thoracaalwervels, heeft een groter spinaal uitsteeksel, heeft een korter corpus en een fovea costalis voor de mogelijke aanhechting van een rib. * Als deze halswervel daadwerkelijk een rib aangehecht heeft noem men dit een halsrib. Dit kan problemen veroorzaken mbt functioneren en beweeglijkheid -> doet pijn bij het bewegen van de hals.
Bespreek de diersoortverschillen bij het antebrachium.
* Bij het paard is de processus coronoideus maar 1 structuur en is moeilijk te zien. * Enkel het paard en rund hebben een spatium interosseum antebrachii, bij het paard is er maar 1 spatium en bij het rund is er een proximaal en distaal spatium. * De ulna is sterk geregresseerd bij het paard.
Bespreek het verschil tussen de thoracaalwervels van een paard en een rund.
* Het rund heeft niet echt een anticlinale wervel omdat de laatste thoracaal wervel nog steeds niet verticaal staat. * De structuren bij het rund zijn over het algemeen plomper.
Bespreek de diersoortverschillen bij de humerus.
* Enkel het paard en rund hebben een tuberculum intermedius. * Enkel bij het paard en rund is de tuberculum minus opgedeeld in een pars cranialis en een pars caudalis. * Honden hebben een foramen supratrochleare ipv. Een septum tussen de fossa radialis en de fossa olecrani. Katten hebben een foramen supracondylare en alsnog een fossa radialis en fossa olecrani met een septum ertussen. * Bij het rund steekt het tuberculum majus duidelijk uit en hangt deels over het caput humeri.
Carnivoren hebben een duidelijk beweeglijke articulatio radioulnaris, welke structuren houden dit op zijn plaats?
* Meer beweeglijkheid – meer kans op trauma – 3 supplementaire ligamenten die voor stevigheid zorgen (nt bij andere HDn) * lig interosseum antebrachii = versteviging vh membrana interossea * lig anulare radii = ringvormig - radius w tegen ulna gehouden dmv dit ligament * lig olecrani = houdt processus anconeus vast in fossa olecraniLig olecrani is het zwaarst bij kHDn (ook bij gHDn maar minder uitgesproken)
Bespreek het verschil tussen de lumbaalwervels van een paard en een hond.
* De lendenwervels hebben korte transversaaluitsteeksels die niet mooi in een vlak staan, maar naar craniaal gericht zijn. * Hebben een processus accessorius -> meer beweeglijkheid.
Welke structuren gaan ervoor zorgen dat schoudergewricht bij hond zo stevig is?
* De pees van de m. infraspinatus = mediale collaterale band, en de pees van de m. subscapilaris = laterale collaterale band (zorgen voor grootste stabiliteit) * De ligg. Glenohumeralia lateralia en medialia. Dit zijn verstevigingsstroken in het gewrichtskapsel zelf. * Labrum glenoidale (KB-ring die ervoor zorgt dat het caput humeri meer omgeven wordt en deze minder snel uit de kom gaat)
Bespreek het humero-radio-ulnair gewricht.
* Ellebooggewricht (samengesteld gewricht) * Articulatio humero-radialis * Articulatio humero-ulnare * Articulatio radio-ulnaris * Lig radio-ulnare: verbinding distale delen radius ulna * Lig collaterale cubiti laterale (strekknobbel humerus – lat tuberositas radius en ulna) · 2 schenkels: radiale + ulnarie schenkel * Lig collaterale cubiti mediale (epicondyl humerus – proc coronoideus medialis – med epicondyl radius) [2 schenkels] · Pars longum: lang * kHDn: m pronator teres * gHDn: wordt pezig en gaat pars longum uitmaken · pars brevis (kort - carnivoren) * Membrana interossea antebrachii (tussen radius en ulna), sluit spatium intersosseum af * Car: volledige lengte * Eq: enkel bovenaan een opening (distaal deel ulna is volledig opgenomen in radius) * Wordt versterkt door het lig interossea antebrachii (carnivoren) * Lig anulare radii bij carnivoren loopt onder collateraal-banden * Proc anconeus wordt op zijn plaats gehouden in de fossa olecrani door het lig olecrani (carnivoren)
Wat is de functie van de ribben?
* Hebben een passieve en een actieve functie. De passieve functie houdt in dat zij de borstkas vormen en zo belangrijke organen beschermen. De actieve functie bestaat uit het verplaatsen om ruimte te maken bij de ademhaling. Tussen de ribben zitten spieren. Ware ribben zitten direct vast aan het sternum, en worden ook draagribben of sternale ribben genoemd. Valse ribben zitten niet direct vast aan het sternum en worden asternale of ademhalingsribben genoemd. Dit laatste is omdat ze veel beweeglijker zijn dan de draagribben en dus de borstkas het meest kunnen doen verwijden. Soms zijn er ook nog zwevende ribben (costae fluctuantes). Deze ribben staan volledig op zichzelf, zijn niet verbonden met andere ribben en dus geen deel van de ribbenboog. Dit is altijd het geval bij de laatste rib van de hond en komt soms ook voor bij het paard.
Hoe ontstaat een diarthrose?
Dit ontstaat uit 1 stuk bindweefsel dat op 2 plaatsen verbeent. Het overgebleven bindweefsel ertussen in sterf af en vormt zo secundair een gewrichtsholte. Beide beenderen worden beschermd door een laagje gewrichtskraakbeen. De 2 beenderen blijven met elkaar verbonden door het gewrichtskapsel dat er ook voor zorgt dat er geen infectieuze zaken in het gewricht kunnen komen. Het gewrichtskapsel bestaat uit 2 lagen, een buitenste laag van collageen bindweefsel, het stratum fibrosum, en een binnenste laag dat het synoviaal vlies, of stratum synoviale wordt genoemd. Het synoviaal vlies maakt synoviaal vocht aan dat fungeert als een soort glijmiddel voor de botstructuren en dat het gewrichtskraakbeen voedt. Soms is de gewrichtskapsel groter dan nodig is voor de beweeglijkheid waardoor er een uitzakking ontstaat, een recessus, hier kun je gewrichtsvocht puncteren en analyseren om een ontsteking op te sporen zonder zenuwen of bloedvaten te raken.
Wat is het verschil tussen een metacarpus en een metatarsus van een paard?
* De vorm van de proximale epifyse, het metacarpaalbeen heeft een ovalen vorm, het metatarsaalbeen heeft een ronde vorm. * Het metacarpaalbeen is korter dan het metatarsaal been.
Het bekken/de pelvis bestaat uit 2 heupbeenderen of coxae, waaruit wordt een coxa opgebouwd?
* Os ilium = darmbeen * Os pubis = schaambeen * Os ischium = zitbeen
Welke belangrijke anatomische structuur die kan gebruikt worden bij lokale anesthesie vinden we bij de onderkaak terug? Bespreek tevens het verloop en de exacte locatie.
* Foramen mentale * Thv diastema * Loopt verder naar caudaal als kanaal naar de mediale zijde van de mandibula om uit te monden in het foramen mandibulare
Bespreek het verschil tussen de staartwervels van een paard en een hond.
* Het rund heeft een arcus hemalis of bloedboog. Dit bevindt zich aan de ventrale zijde van het corpus vertebrae, ventraal door de staart loopt namelijk een belangrijke arterie. De arcus hemalis wordt gevormd door de processi hemales die ventraal samenkomen, ze komen bij de hond niet volledig samen, maar de boog wordt volledig gemaakt door een apart beenpunt = os arcus hemalis. Het paard heeft geen arcus hemalis en geen os arcus hemalis.
Bespreek het pecten.
* Op de plaats waar de twee schaambeenderen samenkomen, aan de craniale zijde van de symphysis, zit een uitsteeksel dat het pecten wordt genoemd. De diameter van de bekkeningang wordt bepaald door het pecten en het promotorium van het sacrum. Dit bepaalt hoe hoog het geboortekanaal van een vrouwelijk dier is. Bij een paard wordt het pecten van een hengst opgedeeld in een tuberculum pubicum dorsale en ventrale. Bij een merrie is het dorsale tuberculum afwezig, zodat het veulen makkelijker kan passeren. Hiermee kun je dus een hengst en een merrie van elkaar onderscheiden. * Aan de voorzijde van het bekken loopt overdwars het ligamentum pubicum craniale van de ene eminentia iliopubica naar de andere. Dit ligament loopt dus ook langs het pecten. Dit ligament heeft niets te maken met gewrichtsvorming, maar heeft vooral een beschermende functie.
Welke aanpassingen hebben vogels aan hun botten zodat ze beter kunnen vliegen?
Om te kunnen vliegen heb je een laag soortelijk gewicht nodig. In de humerus van de kip bevindt zich dus weinig/geen rood beenmerg, maar een luchtzak (os pneumaticum).
Hoe kun je onderscheid maken tussen de femur van een paard en een rund?
* De trochanter tertius is bij een paard zeer uitgesproken, bij een rund veel minder maar het is wel enigszins aanwezig. * Het paard en rund hebben een tuberculum trochleae femoris, bij het rund is dit minder uitgesproken. * De fossa supracondylaris is bij een rund minder uitgesproken en heeft in plaats hiervan een tuberculum supracondylare lateralis en medialis. * De trochanter major van het rund is iets anders van vorm.
Bespreek het verschil tussen de atlas van een paard en een rund.
* De atlas van het rund heeft geen foramina transversaria aan elke kant (in de alae atlantis) aan de caudale zijde. * Het tuberculum dorsale is meer uitgesproken bij het rund. * De structuren bij het rund zijn over het algemeen plomper.
Een client belt jou op dat zijn reu sinds vanmorgen niet meer recht kan uit zijn mand. Het dier vertoonde reeds af en toe wat manken aan de achterste ledematen maar nooit een volledige paralyse. Je stuurt de patiënt door naar een dierenkliniek voor een MRI opname van de wervelkolom en men stelt het volgende vast: (foto van ruggewervels met inkeping). Wat is volgens jou de meest waarschijnlijke diagnose? Hoe situeert deze anatomische structuur zich tov de omliggende structuren. Wees zo volledig mogelijk (osteo en arthro)?
* Discus hernia die hier dus duidelijk drukt op het ruggemerg in de lumbosacrale regio * Intervertebrale discus bestaat uit een annulus fibrosus en nucleus pulposus * Deze is gesitueerd caudaal van de extremitas caudalis van het corpus vertebrae van de vorige wervel en de extremitas cranialis van het corpus vertebrae van de volgende wervel * Drukt op het lig longitudinale dorsale en eventueel zelfs ventrale * Volledige verhaal van de discushernia: * Bij een discushernia (van de discus intervertebralis) wordt de nucleus pulposus naar dorsaal gedrukt. Spieren maken de beweging naar ventraal of lateraal onmogelijk. De beweging naar dorsaal geeft druk op het ruggenmerg of op de spinale zenuwen (die door het foramen intervertebrale lopen), wat leidt tot pijn of zelfs verlamming. Het ligamentum longitudinale dorsale ligt nog tussen de tussenwervelschijf en het ruggenmerg, en wordt dus ook mee naar boven gedrukt. Discushernia komt bij kleine huisdieren net zo veel voor als bij de mens, bij grote huisdieren minder. Dit komt omdat de wervelkolom van kleine huisdieren veel beweeglijker is en er meer druk op de tussenwervelschijven komt. * De diagnose is te stellen op verschillende manieren, maar radiografie met contrast is het meest gebruikelijk. De gezonde nuclei pulposi zijn hierop te zien als lichte, witte vlekken. Op de plaats van het trauma zijn zowel de nucleus pulposus als het ruggenmerg niet meer te zien: er is dus een zwarte vlek aanwezig. Dit komt omdat de contrastvloeistof hier niet kan komen. De uitgelopen, zwarte vlek is een uitgelopen nucleus pulposus. Op een normale röntgenfoto is een dense ophoping te zien en is de afstand tussen de betrokken wervels vernauwd.
Bij welk gewricht van het achterbeen komen geen collateraalbanden voor? Welke banden zorgen dan voor stabiliteit van dit gewricht?
* Heupgewricht * Lig capitis ossis femoris: alle HD * Lig accessorium ossis femoris, enkel bij paard * Lig transversum acetabuli
Bespreek de carpus bij het rund (enkel de beenderen).
* In totaal 6 beentjes * De antebrachiale rij (4) * os carpi radiale * os carpi intermedium * os carpi ulnare * os carpi accessorium * De metacarpale rij (2) * os carpi II + III * os carpi IV