NNP - H1 Add Flashcards
1
Q
Exhausting
A
Vermoeiend
2
Q
Apply
A
Toepassen
3
Q
Adapt
A
Zich aanpassen
4
Q
Outsider
A
De buitenstaander
5
Q
It’s a draw
A
Het gelijkspel
6
Q
I don’t think it will happens / has the chance to succeed
A
Ik zie het niet zitten
7
Q
to booze
A
Zuipen
8
Q
ruziën over kleine dingen, vaak door mensen die elkaar heel goed kennen zoals partners, zussen, vriendinnen etc
A
Kibbelen
9
Q
iets niet goed durven
A
Schromen
10
Q
concurrentiestrijd
A
De wedijver
11
Q
het gevoel dat je je hart in je keel of borstkas voelt kloppen, vaak als gevolg van stress
A
Hartkloppingen
12
Q
ergens je kennis/inspiratie/moed/etc. uit halen
A
Putten uit iets
13
Q
wild spelen, stoeien
A
Ravotten
14
Q
het heel erg eens zijn met iemand/elkaar
A
Het roerend eens zijn
15
Q
samen sterker zijn
A
Je krachten bundelen