Neurologie 2 Flashcards
ALLEEN DEZE KAARTEN STUDEREN NIET VOLDOENDE!! VEEL MEER ANATOMIE EN DIEPGANG IN SAMENVATTING
Wat is het doel van vegetatieve functie en door wat wordt dit gereguleerd
Doel: streven naar homeostasis
Regulatie: NVZS + hormonaal systeem
Hersen-niveaus
Archi: arousal en reflexen
Paleo: automatische bewegingen (= eindfase leerproces) en emotie-regulatie (= limbisch systeem)
Neo: bewuste motoriek en cognitie
Rami van de spinale zenuw en de kwaliteiten
Ramus dorsalis: paravertebraal, goed gesegmenteerd –> SM, SS, VM
Ramus meningeus: keert terug naar wervelkanaal –> SS, VM. Iets minder goed gesegmenteerd
Ramus ventralis: periferie –> SM, SS, VM
Horizontale divergentie
= divergentie van de VM om deze naar verschillende zones te krijgen op eenzelfde niveu
Ramus spinalis: richting periferie
Ramus visceralis: richting viscera
Ramus vascularis: richting bloedvaten
Erlanger & Gasser vezelindeling
A: dik gemyeliniseerd
Aalfa: alfaMN –> extra-fusale spiervezel
Agamma: gammaMN –> polaire delen intra-fusale spiervezek
Adelta: acute pijn
B: pre-ganglionaire neurovegetatieve vezels (=RCA)
C: chronische pijn, VS en post-ganglionaire NV-vezels (= RCG)
Lloyd & Hunt vezelindeling
Ia: centrale deel spierspoel –> alfaMN
Ib: golgi-pees orgaan –> inhiberend interneuron –> inhiberende werking alfa en gammaMN
II en IIIa: druk- en tastreceptoren, KR I en II –> pijndempend effect achterhoorn
IIIb: acute pijn (=Adelta)
IV: chronische pijn (=C)
Leg uit: tonusregulatie
gammaMN activatie –> Agamma vezels –> contractie polaire delen intra-fusale spierspoel –> excitatie centrale deel spierspoel –> excitatie Ia vezel –> activatie alfaMN –> opspannen extra-fusale spiervezels –> tonusverhoging
= De gamma-loop is dus deel van de reflexboog, maar gestart door een excitatie van gammaMN
Hoe kan een gammaMN geëxiteerd worden?
1) supra-segmentaal: formatio reticularis activatie of uitvallen neo-niveau
2) segmentaal: hyperactief segment (blokkage of restrictie)
3) lokaal: verhoogde rek
Systemen in de achterhoorn
1) vitale (protopatische) sensibiliteit: grove tast en aanraking + pijn en temp. kruisen direct middellijn in tractus spinothalamicus
2) gnostische (epicritische) sensibiliteit
achterstrengbanen: tractus cuneatus en gracilis. blijven aan eenzelfde zijde en kruisen in MO (nucleus). Geen synaps in de achterhoorn
Types SD
Type 1: blokkage
Type 2: restrictie (visceraal)
Telencephalon
Cortex
* Frontale cortex: karakter en persoonlijkheid, spraakcentrum v Brocca
(motorisch spraakcentrum, in de dominante hemisfeer), gyrus precentralis
(= primaire motor cortex)
* Parietaal: gyrus postcentralis (SSC)
* Temporaal: auditieve cortex, olfactorische cortex, spraakcentrum v
Wernicke (sensorisch spraakcentrum)
* Occipitaal: visus
7
- Laterale ventrikels: aanmaak LCS
- Basale ganglia
* nucleus caudatus, putamen, globus pallidus
* behoren tot het extra-pyramidaal systeem. Is de eindfase van een
leerproces.
- Cran I: N. olfactorius (reukzin)
Diencephalon
Thalamus: poort van de sensoriek. Alles van sensoriek (behalve geur) passeert de
thalamus
- Hypothalamus: grote baas van het NVZS en hormonaal systeem
* Regelen metabolisme
* Regelen dag-nacht ritme
* Temperatuursregeling + libido
* Opmerkzaamheid
* Korte termijn geheugen (corpora mamillaria) à dit is hetgeen dat
beschadigd wordt bij zware alcoholiekers à Korsakov
- 3e ventrikel
- Cran II: N. opticus
Mesencephalon
Subcorticale kernen: nucleus ruber en substantia nigra (extra-piramidaal
systeem)
* Nucleus ruber pathologie: chorea van Huntington
* Substantia nigra pathologie: Parkinson
- Tectum – tegmentum
* Colliculus superior: integratie proprioceptie en visus
* Colliculus inferior: integratie proprioceptie en gehoor
- Cran III – IV: N. occulomotorius en N. trochlearis
Metencephalon
- Pons: verbindingspoort (tussen L-R en cerebrum-cerebellum)
- Cerebellum: coördinatie van bewegingen
- 4e ventrikel
- Cran V-VIII
- V: trigeminus à sensoriek aangezicht + kauwspieren
- VI: abducens à oogmotoriek (abductie naar lateraal vh oog)
- VII: facialis à gezichtsmotoriek
- VIII: vestibulocochlearis à gehoor + evenwicht
Myelencephalon
Pyramidabaan
- Oliva: houding en beweging
- Nucleus gracilis en cuneatus: belang voor gnostische sensibiliteit
- Cran IX – XII
* IX: glossopharyngeus à slikmotoriek
* X: vagus à slikmotoriek (want vormt plexus pharyngeus met de
glossopharyngeus) + PS supra-mesenterische organen
* XI: accessorius à trapezius en SCM
* XI: hypoglossus à tongmotoriek
Functie hypothalamus
grote baas van het NVZS en hormonaal systeem
* Regelen metabolisme
* Regelen dag-nacht ritme
* Temperatuursregeling + libido
* Opmerkzaamheid
* Korte termijn geheugen (corpora mamillaria) à dit is hetgeen dat
beschadigd wordt bij zware alcoholiekers à Korsakov
Kenspieren kracht
C1-C2: suboccipitale spieren
C3: trapezius
C4: diafragma
C5: deltoideus
C6: biceps + polsextensoren
C7: triceps + polsflexoren
C8: abductor digiti V
T1: interossei
T6-T12: buikspieren
L1: psoas
L2: adductoren
L3: Qceps
L4: tibialis anterior
L4: extensor hallucis longus
S1: gastrocnemius
S2: korte flexoren
Reflexen
C4-C6: scapulohumeraal
C5: brachioradialis
C5-C6: biceps
C7: triceps
C6-C8: duimflexie
C7-C8: vingerflexie
C7-T1:radius pronator
T6-T12: buikhuid
L1: cremaster
L2: adductor
L3: patellapees
L4: tib ant
L5-S1: achillespees
90% kans op radiculopathie
- positieve distractie (pijnreductie)
- positieve spurlingtest
- beperkte rotatie
- ULTT positief
slechts 3 tekenen positief: 65% kans
Fysiologie van een entrapment neuropathie
Compressie zenuw –> ischemie –> oedeem –> inflammatie –> demyelinisatie –> fibrosering intra en extra-neuraal –> minder neurale glide
Centra OS
Primair: hypothalamus
Secundair: zijhoorn C8-L2
Tertair: grensstreng of pre-vertebraal ganglion
Centra PS
Primair: hypothalamus
Secundair: OAA (C0-C2): 4 kernen/nuclei in de hersenstam OF sacrum (S2-S4)
Tertiair: ganglion in de wand effector orgaan OF 4 ganglia in het hoofd
PS kernen OAA
1) nucleus edinger-westphal –> ganglion ciliare
2) nucleus salivatorius superior –> ganglion submandibulare EN ggl sphenopalatinum
3) nucleus salivatorius inferior –> ganglion oticum
4) nucleus dorsalis vagus –> ggl wand effectororgaan
Effectoren ggl ciliare
M constrictor pupillae
M ciliaris
Effectoren ggl submandibulare
Sublinguale en submandibulaire speekselklieren
Mondmucosa
Effectoren ggl sphenopalatinum
Traanklier
Mucosa mond, neus en sinussen
Middenoor en beus V Eustachius
Effectoren ggl oticum
Parotisklier (speekselsecretie)
Mondmucosa
Takken plexus cavernosus (N carotis interna)
1) ramus ad ganglion ciliare
- m dilatator sphincter pupillae
- m tarsalis superior
- bloedvaten ogen
- oogboldruk regulatie
2) ramus orbitalis
- traanklier
- mucosa neus en sinussen
- m orbitalis
3) ramus hypofysioalis-epyfise
Symptomen horner
= hyper-orthe aan één gezichtshelft
- ptose ooglid
- miosis
- enophtalmie
- anhydrose
-lichte spierhypotonie - VD bloedvaten
Wegen van de viscero-sensibiliteit
1) PS: informatie toestand orgaan (vullingsgraad etc)
2) OS: informatie pijn of irritatie orgaan
3) Somato-sensibel: informatie fascieen rond orgaan (mobiliteit)
