Nefrologie/ fysiologie Flashcards
Compartimenten lichaamswater
intracelluleire vloeistoffen (> KCl) extracellulaire vloeistoffen (NCl): - interstitieel compartiment - plasmacompartiment - transcellulair compartiment
Normale diurese
1,5 l/dag
400 mOsm/l urine
Maximale diurese
20 l/dag
30 mOsm/l urine
Minimale diurese
0,5 L/dag
1200 mOsm/l urine
Cortico-medullaire osmotische gradiënt
actieve reabsorptie elekrolyten
impermeabele wand stijgende tak vd lis van Henle
tegenstroommechanisme
ADH
Antidiuretisch hormoon:
angine-vasopressine (V2-receptor in de verzamelbuisjes)
Doet de permeabiliteit stijgen -> hogere osmolariteit
Diabetes insipidus
Diabetes met een ADH-insufficiëntie
Medicatie: desmopressie of thiazide-diuretica
Functies van de nieren (6)
- zuivering
- zout- en waterbalans
- zuur-base evenwicht
- elektrolytenbalans
- bloeddrukregeling RAAS
- endocriene functie (EPO en vitamine D)
Glomerus
capillair netwerk + kapsel van Bowman
Hier wordt bloed gefilterd
Tubulus
proximale tubulus, lis van Henle en distale tubulus
Verzamelbuisjes
= ducti colligentes
Glomulaire filtratie
bloed wordt gefilterd
afhankelijk van de BD en afferente en efferente weerstand van de arteriolen
180 l/dag
Glomulaire filtratiesnelheid
GFR = Kf x Peff Peff = Pglom - (Pnefr + Ponc)
Tubulaire transportmechanismen
- reabsportie
- secretie
Klaring
maat voor de glomulaire filtratiesnelheid