nefrologie Flashcards
anatomie van de nier
situering
- lateraal van lendenwervels rond T12-L3
- 12cm lang & boonvormig
- inwenidge medulla & externe cortex
structuur
1) glomerulus = endotheel
2) kapsel van bouwman = filteren van bloed
3) opname van belangerijke stoffen = eenlagig epitheel
- primaire tubulus
- lis van henle = bocht
- secundaire tubulus
4) filtraat = urine
5) afvoeren = overgangsepitheel
- nierkluwen
- ureters
- blaas
- urethra
bevloeiing
1) a. aortha
2) a. renalis
3) vertakken voor 1milj nefronen = cappilairen
4) glomerulus
5) samenvloeien tot niervenen
6) v. renalis
7) vci
excretie & regulatie water/elektrolytenbalans in nier
1) per minuut 1300ml water door 2 miljoen glomeruli = 1/4 circulerend bloedvolume
–> door hydrostatische & oncotische druk
2) reabsorptie van belangerijke voedingstoffen
- door tubuli
- 80% van water = 1/2 l overblijven
- al het zout, glucose, Na & Cl, amizouren & bicarbonaat
- afvalstoffen doorlaten vb ureum, creatinine, medicatie, K
3) regulatie door hormonen
- vooral distale tubulus open voor regulatie
- Aldosteron = regulering van water = bijnier
- ADH = anti-dieurtisch hormoon = hypofyse
–> reabsorptie van water
–> remming door alcohol
endocriene functie van de nier
renine = bloeddruk regulerend
1) renine + angiotensinogeen
2) angiotensine I
3) activatie van ACE = angiotensineconvergerend enzym
4) angiotensine II & aldosteron
- angiotensine II = bloedvatvernauwing = hogere bloeddruk
- aldosteron = verhoogde wateropnamen = hogere bloeddruk
epo = erythroproteïne
- stimulering rode bloedcellen beenmerg
- chronisch nierfalen = verminderd weefsel = bloedanemie door lage stimulering
- toedienen van epo
prostaglandines = lokale effecten
- regulering van doorbloeding & glomerulaire infiltratie = vasodilatatie
- NSAID’s = vasoconstrictie = verminderde functie
vitamine D metabolisme
= in nier
1) opname door voeding
- vlees
- vettige vis
- supplementen
2) niet actief DNA
3) omzetten door bloodstelling aan UV
4) hydroxylering op p25 = 25-OH-vit D
5) hydroxylering op p1 = 1,25-di(OH)-vit D
6) regulering calciumabsorptie in dunne darm
7) inbouwing in beenmatrix
macroscopisch onderzoek urine
1) kleur
- bruin = bilirubine
- rood = rodebieten of bloed = hematurie
2) volume
- normaal = afh van waterinname: 800-2500ml
- anurie = niks
–> chronisch = nierfalen
–> acuut = blokkage
- oligurie = minder dan 400ml per dag
- polyurie = overmatig volume
–> potomanie = teveeldrinken
–> glucosurie = uitscheiding van suiker door hyperglycermie = diabetes
- polakkisurie = vaak & weinig = urinaire infectie ≈ branderigheid
acute anurie
= acuut geen urine meer
vaak voorkomen ouderen & man
–> langzame zwelling van prostaat tot plotse knelling
1e symptoom = vermidderde stroomsterkte
2e = nypturie = vaak snachts plassen & geen lege blaas
3e = uitzetting van blaas = pijn & verwarring
stick testing van urine
= stoffen die reageren op bloed, eiwitten & suiker
hematurie
- geen verschil tussen microscopische of macroscopische hematurie
- oorzaken
1) urinewegen + prostaat, zaadblaasjes & urinewegen = tumor, infectie of stenen
2) glomerulus = RBC doorladen = glomerulaire hematurie ≈ proteïnurie
3) menstruatie = menging
4) inspanning = blaas of nier bij joggers & glomerulair bij zwemmen of roeien
proteïnurie = verhoogde permeabiliteit
- kwantitatieve test: 24uurs cyclus
1) glomerulaire proteïnure: grote poriën = verlies van nierfunctie
- toename bij fysieke inspanning & koorts
- door hoge bloeddruk of diabetes
2) orthostatische proteïnure
- ochtenurine = geen aantoning
- door de dag wel
- geen pathologie
- overgaan na leeftijd van 30jaar
glucosurie = diabetes mellitus
microscopisch onderzoek urine
= midstreamtechniek
middenste deel van urine opvangen
- urine vanuit blaas
- zoeken naar infectie
- voorkomen infecties van urinewegen & extern = vaak voorkomen & geen pathologie
- genitalieën eerst afkeusen
–> gebruiken voor infecties
- pyurie = veel wittebloedcellen
- bacteriurie
bloedonderzoek voor niertest
parameters
- ureum = afbraak eiwitten
–> H+ in bloed
- creatine = afbraak spieren
–> K+ in bloed
glomerulaire infiltratie = vermogen van nieren in 1min van creatine verwerking
medische beeldvorming van nieren
= cytoscopie
1) echografie
- niet invasief
- niergrootte, tumoren, stenen & obstructies
2) cytoscopie = door urine wegen
3) CT of MRI = tumorale pathologie
algemeen nierinsufficiëntie
= nierfalen
= aan beide nieren
–> anders onopgemerkt
- vaak onderliggend probleem vb: hogebloeddruk & oedeem
onderverdeling
- prerenaal = vermiderde doorbloeding van nieren = aanvoerende bloedvaten
–> vooral acuut
- postrenaal = afvoerende urinewegen volledig of deels belemmerd
–> vooral chronisch
- renaal = nierstructuren zelf
gevolgen van verminderde nierfunctie
- ureum & H+ omhoog = acidose
- creatine & K+ omhoog = hyperkalemie = hartritmestoornissen
- H20/Na/Cl = oedeem, hypertensie, linkerhartfalen = longoedeem
acute nierinsufficiëntie
1) prerenaal = frequenst
- vermindering ateriele doorbloeding nieren = vasoconstrictie = daling van glomerulaire infiltratie
- vasoconstrictie = beschermend mechanisme voor vochtverlies
- door daling bloedvolume = bloedverlies, daling hartdebiet = hartinfarct & daling extracellulair volume = vochtverlies
- risico baby’s = weinigvocht & ouderen = slechte bloedvaten
- therapie = hertsel circulerend volume
- reversibel als niet te lang, anders tubulus necrose
2) postrenaal
- anurie
- echografie toont uitgezette nierkelken & nierbekken door obstructie = hydronefrose
- door prostaathypertrofie, tumorgroei of andere obstructies
- therapie = behadelen van obstructie door blaassonde of stent
3) renaal = door acute tubulusnexrose
acute tubulus necrose
oorzaken
1) ischemie door bloeddrukdalingen
- chirurgie
- verkeersongeval
- hartinfarct
- sepsis
2) toxisch
- antibiotica
- contractmiddelen voor MRI
- CCl4
3) Crush-syndroom = aardbevingen
- extreem vochtverlies: lang niet drinken + warme omstandigheden
- rhabdomyolyse = creatinine afbraak: extreme atrofie door geen beweging
–> of extreem bewegen vb: marathon
therapie = dialyse of niervervanging
chronische nierinsufficiëntie
1) oorzaken
- vaak niet achterhalen
- diabetes mellitus = glomerulaire aantasting & gezichtsstoornis
- arteriële hypertensie
2) gevolgen = schrompelnieren
- daling glomerulaire infiltratie = uremie & hoge creatine
- verstoorde zout & waterbalans = verhoogde bloeddruk, oedeem & verminderde hartfunctie = hartdecompensatie
- verstoorde waterstofexcretie = acidose & verzuring
- verstoorde Ca & P balans & verminderde vit D = botontkalking + parathormoon verhoging
- anemie door epo
3) behandeling = oorzaken behandelen
- richtwaarde bloeddruk 127/75 mmHG bekomen door zoutbeperking & bloeddrukverlagende medicatie
- dieet = eiwitarm voor verhoogd ureum
- supplementen vit D & ca
- alkaniserende stoffen = H2CO3 voor acidose
- nierfunctievervangende therapie
nierfunctie vervangende therapie
1) hemodialyse
- door difussie & osmose
- ontrekken uit bloed: ureum, Ka, urinezuur, creatinine, fosfaat & andere
- toevoegen van Na, Cl, Ca & Mg
- 3x per week voor 5u tot transplantatie
2) peritoneaal dyalyse = buikspoeling
- peritoneum = semipermeabel
- 2l 4u in buik houden & daarna verversen
- continu maar thuis
- risico = infextie door naalden
- handmatig of automatisch verversen = CCPD
3) niertransplantatie
- meestal vanuit levende donor of kort overleden kadaver
- gekoeld op 10°C = 36-348u
- eurotransplant leiden