nederlands woordenstroom Flashcards
iets voorstellen
suggereren
ideeën geven, aanvuren
inspireren
verbeteren
corrigeren
dadelijk, zonder uitstel
onmiddelijk
uitkiezen, naar geschiktheid of bekwaamheid
selecteren
verticale strook van een bladzijde
kolom
na elkaar opnoemen
opsommen
beoordelen om ervan te leren
evalueren
toelichten, van afbeelding voorzien
illustreren
iemand kritiek geven, berispen
iemand op de vingers tikken
begrippen precies formuleren
definiëren
naar een persoon of plaats wijzen
verwijzen naar
aanduiden
markeren
bouwen, in elkaar zetten
construeren
weerkaatsen, diep nadenken
reflecteren
een plaats geven
situeren
manier van werken
functioneren
naast elkaar zetten om te kunnen oordelen
vergelijken
de kenmerken verwoorden
omschrijven
melden, constateren
signaleren
in groot gevaar verkeren
aan een zijden draadje hangen
vaartuig dat onderwater kan, duikboot
onderzeeër
eiland waarop Engeland, Wales en Schotland liggen; Verenigd Koninkrijk
Groot-Britannië
vliegtuig met een roterende naaf met vier metalen bladen, dat loodrecht kan stijgen en dalen
helikopter
politibusje
politiecombi
personen die de ronde doen
patrouille
stevige fiets met brede profielbanden, geschikt voor het rijden op onverhard terrein
de mountainbike
speciale motorfiets om te rijden op een parcours met natuurlijke hindernissen
de crossmotoren
aandenken, herinneringsgeschenk
de souvenirs
ruimte voor bestuurders van een vliegtuig of een raceauto
cockpit
zware rupsbandtractor voor het verplaatsen van grond, steen, puin, …
de bulldozer