frans voc Flashcards
1
Q
het land van herkomst
A
le pays d’origine
2
Q
de bestuurdersruimte
A
la cabine
3
Q
de airco(nditioning)
A
la clim(atisation)
4
Q
de levering
A
la livraison
5
Q
moeilijk
A
difficile
6
Q
moe
A
fatigué(e)
7
Q
volgende
A
prochain(e)
8
Q
overmorgen
A
aprés-demain
9
Q
eergisteren
A
avant-hier
10
Q
gelukkig
A
heureusement
11
Q
opnieuw vertrekken
A
repartir
12
Q
naar/ in het buitenland
A
à l’étranger
13
Q
dat is lang geleden
A
ca fait longtemps
14
Q
dat is niet vanzelfsprekend
A
c’est na pas évident
15
Q
2 weken geleden
A
il ya deux semaines