aardrijkskunde Flashcards

1
Q

atmosfeer

A

is een luchtlaag rond de aarde die bestaat uit 5 lagen: troposfeer, stratosfeer, mesosfeer, thermosfeer en de buitenste laag of exosfeer die overgaat in de ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

weer

A

toestand van de onderste luchtlagen van de atmosfeer of een bepaalde plaats en een bepaald ogenblik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wereldelementen

A

weersverschijnselen, onderdelen van het weer die apart kunnen waargenomen, gemeten en bestudeerd worden: neerslag, wind, temperatuur, licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wind

A

luchtverplaatsing tegen het aardoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klimaat

A

gemiddelde toestand van de atmosfeer voor een lange duur en een groot gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

isotherm

A

lijn op de weerkaart die die punten met dezelfde temperatuur verbindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

isohyeet

A

lijn op de weerkaart die alle plaatsen me een zelfde temperatuur verbindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vegetatie

A

natuurlijke plantengroei zonder tussenkomst van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

groeimaand

A

maand waarin klimatologischeomstandigheden geschikt zijn om bomen te laten groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

toendra

A

vegetatie van mossen, grassen, dwergstruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

taiga

A

vegetatie van naaldbomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gemengd woud

A

overgang vegetatie van naald-en loofbomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zomergroen loofwoud

A

vegetatie loofbomen met bladval in de herst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

steppe

A

vegetatie korte harde grassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hardbladige vegetatie

A

openbos- altijd groene bomen
garrique- lage groenblijvende en welriekende kuiden
haquis- doornig struikgewas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fysiche lagen

A

lagen van het landschap die door de natuur gevormd zijn: bodem, ondergrond, vegetatie en reliëf

17
Q

landgebruik

A

de manier waarop de mens het landschap inricht met:landbouw, bebouwing, indurstrie en infrastuctuur

18
Q

landgebruik

A

de manier waarop de mens het landschap inricht met:landbouw, bebouwing, indurstrie en infrastuctuur

19
Q

bodem

A

de bovenste laag van de grond waarin de plantenwortels kunnen groeien

20
Q

conglomeraat

A

vast en moelijk gesteente van aan elkaar gekitte keien en mineralen

21
Q

gesteenten

A

het natuurlijk materiaal waaruit de aardkorst is opgebouwd en mee het reliëf bepaalt

22
Q

grind

A

los gesteente dat bestaat uit keien

23
Q

humuslaag

A

donkergekleurde vruchtbare bovenlaag van de aardkorst