nederlands uitdrukkingen Flashcards

1
Q

iets met argusogen gadeslaan

A

iets nauwlettend, kritisch, argwanend gadeslaan,opvolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de doos van pandora

A

een bron van ellende (veroorzaken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een sisyfusarbeid verrichten

A

zware,nutteloze arbeid verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een tantaluskwelling

A

iets/iemand wat/ die je doodgraag wil en vlakbij is, niet kunnen krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het paard van Troje binnenhalen

A

door niet na te denken, de vijand/iets slecht toelaten/binnanhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het zwaard van Damocles

A

een onheil dat je elk moment kan overkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De (gordiaanse) knoop doorhakken

A

een wijs,kordaat besluit nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een twistappel

A

een orzaak van ruzie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een veelkoppige Hydra

A

een complex, moeilijk op te lossen problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

door Amors pijlen getroffen worden

A

verliefd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een adonis

A

een knappe jonge man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

narcisme

A

een psychische aandoening/ziekte waarbij je jezlf de beste,geweldigste,knapste vindt; een narcist is iemand die bij wijze van spreken verliefd is op zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

als een furie tekeergaan

A

zeer boos worden,furieus zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een Bacchus offeren

A

(veel) alcohol drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een achilleshiel

A

de zwakke plek van iemand/iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een mentor zijn

A

de insipirator, coach zijn

17
Q

als een feniks uit de as herrijzen

A

na een vernietiging opnieuw opbouwen

18
Q

een oedispuscomplex

A

een psychische aandoening waarbij je als jongen verliefd wordt op je moeder en je vader als een concurrent ziet
(bij mesijes: elektracomplex)