godsdienst Flashcards

1
Q

1e visie

A

vriendschap is een versmelting met de ander
- omsch: als men dezelfde interesse heeft,gelijke talenten
- pos: je bent nooit alleen
- neg: je verliest jouw id
- met: reddingsploeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2e visie

A

vriendschap is een illusie
- omsch: vrienschap is onmogelijk
- pos: minder kans om gekwetst te worden
- neg: elke mens is anders egocentrisme
- met: eiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3e visie

A

vriendschap is een verbondeheid in verschil
- omsch: mysteriekarakter
- pos: evenwicht tussen 1 en 2
- neg: perfecte vriendschap bestaat nt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verstehen

A

empatisch begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Erklaren

A

rationeel verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

alfawetenschap

A

natuurwetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bètawetenschap

A

geesteswetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

plato

A
  • wederkerigheid
  • nut
  • gelijkheid
  • wijsheid
  • verschil ( complementair)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

subjectief

A

begrijpen, invoelen, mee beleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

objectief

A

los vn beleving, bepaalde systematiek og methode, verfieerbare verkenning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aristotles

A
  • vr nut en genot
  • tussen goede mensen
  • voortreffelijkhed is duurzaaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cicero

A

wrm vriendschaap bannen uit vrees?
- omdat we de emoties nt moeten uitsluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

augustinus

A
  • same praten/lachen
  • gek doen
  • elkaar vriendelijk behandelen
  • mooie boeken lezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cs Lewis 4 liefdes

A
  • geneginheid
  • vriendschap
  • eros (romantieke liefde)
  • carits (barmhartigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

eklesia

A
  • vergadering
  • raden van lokale aristrocraten, die namens Rome de provincies bestuurden.
  • ze dienen een door gelijkheid gekenmerkt gemeenschap tot stand te brengen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenosis

A

zelfontleding van Gods goddelijke wil pijltje Jezus

17
Q

wrm volgde Saulus de volgers vn Jezus

A

omdat ze nt de joodse wetten volgen

18
Q

diaspora

A

dat wijst nr de verspreiding van het joodse volk over verschillende delen vd wereld.

19
Q

hellenistische joden

A

griekse joden

20
Q

gamaliel

A

belangrijk joods leiderslid vh zandhedrin wetsleraar farizier

21
Q

als het mensenwerk is dan zal het op niets uitlopen. Als het op godswerk is dan zult ge hen nt uiteen kunnen slaan. Anders zou misschien blijken dat gij tegen God in verzet gaat.

A
22
Q
A