nederlands structuren Flashcards
1
Q
probleem-oplossingsstructuur
A
inleiding: probleem
middenstuk: oplossingen
slot: de beste oplossing
2
Q
verklaringsstructuur
A
inleiding: verschijnsel
middenstuk: verklaring
slot: samenvatting of conclusie
3
Q
verleden-hedenstructuur
A
inleiding: introductie onderwerp
middenstuk: situatie vroeger en nu
slot: conclusie of voorspelling
4
Q
argumentatiestructuur
A
inleiding: stelling
middenstuk: argumenten
slot: herhaling stelling
5
Q
aspectenstructuur
A
inleiding: onderwerp
middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
slot: samenvatting
6
Q
voor- en nadelenstructuur
A
inleiding: vraag of stelling
middenstuk: voor- en nadelen
slot: afweging en conclusie
7
Q
vraag- en antwoordstructuur
A
inleiding: vraag
middenstuk: antwoorden
slot: samenvatting of conclusie
