Geschiedenis paragraaf 5.1 en 5.2 Flashcards

1
Q

humanisme

A

niet-religieuze levensbeschouwing die uitgaat van de waarde van vrije mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

individualisering

A

als mensen persoonlijke onafhankelijkheid belangrijker vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

moraal

A

opvattingen over goed en kwaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ontkerkelijking

A

als mensen zich losmaken van hun kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ontzuiling

A

het verdwijnen van de verzuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pluriforme samenleving

A

veelvormige samenleving met allerlei soorten mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

seksuele revolutie

A

verandering vanaf de jaren 1960 waarbij mensen vrijer omgingen met seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

sociale zekerheid

A

het geheel van regelingen voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

solidariteit

A

saamhorigheidsgevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verzorgingsstaat

A

staat waarin de overheid zorgt voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

burgemeester en wethouders

A

dagelijks bestuur van de gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

burgerinitiatief

A

voorstel waarover burgers de tweede kamer kunnen laten vergaderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

commissaris van de koning

A

voorzitter van het provinciebestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fractie

A

leden van één politieke partij in de eerste of tweede kamer, de provinciale staten of de gemeenteraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gemeenteraad

A

door de burgers van de gemeente gekozen vertegenwoordiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ministeriële verantwoordelijkeheid

A

ministers zijn verantwoordelijk voor hun eigen daden en die van de koning

17
Q

parlementaire onschendbaarheid

A

een parlementslid kan niet vervolgd worden voor wat hij in vergaderingen van het parlement heeft gezegd

18
Q

passief kiesrecht

A

het recht je verkiesbaar te stellen

19
Q

staatssecretaris

A

onderminister

20
Q

waterschap

A

door burgers gekozen bestuur dat de waterhuishouding in een gebied regelt