nederlands spreekwoorden Flashcards

1
Q

buigen of barsten

A

toegeven anders komen er grote problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

in kannen en kruiken

A

geregeld, goed afgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met huid en haar

A

helemaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

van top tot teen

A

van boven tot onderen, helemaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lang wikken en wegen

A

lang nadenken voor je een beslissing neemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zonder slag of stoot

A

zonder tegenstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bepakt en bezakt

A

klaar voor de reis met veel bagage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zich groen en geel ergeren

A

zich bijzonder ergeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geen boe of bah zeggen

A

niet groeten ook al word het verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

iets kort en klein slaan

A

iets helemaal vernietigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

met man en muis vergaan

A

met iedereen aan boord in de golven verdwijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

met man en macht

A

met alle krachten en middelen die voorhanden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

in geuren en kleuren

A

met alle details/ helemaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

handel en wandel

A

alles, hoe ze het doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tegen heug en meug

A

tegen je zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoog en droog

A

lekker veilig en knus

17
Q

reilen en zeilen

A

alles over hoe het werkt

18
Q

dubbel en dwars (verdienen)

A

volkomen terecht (verdienen)