Nederland (1848-1914) / samenleving en politiek Flashcards
ARP
anti-revolutionaire partij (vanaf 1879)
confessionelen
mensen die in de politiek uitgaan van het geloof (protestsanten en katholieken)
eerste feministische golf
beweging die draaide om het krijgen van kiesrecht voor vrouwen (1890-1920)
emancipatie
toekenning van gelijke rechten en opheffing van achterstanden
feminist
iemand die vind dat vrouwen en mannen dezelfde rechten moeten hebben
identiteit
kenmerken van een persoon of groep
ideologie
geheel van ideeën over de samenleving
industrialisatie
uitbreiding van industrie
kleine luyden
protestanten met weinig inkomen
liberale uni
liberale partij (vanaf 1885)
liefdadigheid
vrijwillige hulp
modern imperialisme
Europese landen bouwen grote koloniale rijken op in Afrika en Azië
participatie
deelname
politieke partij
organisatie die zich vanuit bepaalde ideeën bezighoud met het bestuur
RKSP
rooms-katholieke staatspartij
SDAP
sociale democratische arbeiders partij
sociale kwestie
het probleem van de slechte leef en werkomstandigheden van de arbeiders
sociale wet
wet voor steun aan mensen die kindergoed voor zich zelf kunnen zorgen (armenwet, kinderwetten van houten, ongevallenwet, woningwet
socialist
iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid
vereniging voor vrouwenkiesrecht
organisatie die voor vrouwenkiesrecht eiste (vanaf 1894)
verstedelijking
ontstaan en groei van steden
verzuiling
verdeling van de bevolking in levensbeschouwelijke groepen (zuilen) met eigen organisatie 9media, onderwijs, verenigingsleven, vakbonden)
vrije vrouwen vereniging
feministische vrouwen organisatie (vanaf 1889)