Nederland (1848-1914) / samenleving en politiek Flashcards

1
Q

ARP

A

anti-revolutionaire partij (vanaf 1879)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

confessionelen

A

mensen die in de politiek uitgaan van het geloof (protestsanten en katholieken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

eerste feministische golf

A

beweging die draaide om het krijgen van kiesrecht voor vrouwen (1890-1920)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

emancipatie

A

toekenning van gelijke rechten en opheffing van achterstanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

feminist

A

iemand die vind dat vrouwen en mannen dezelfde rechten moeten hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

identiteit

A

kenmerken van een persoon of groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ideologie

A

geheel van ideeën over de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

industrialisatie

A

uitbreiding van industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kleine luyden

A

protestanten met weinig inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

liberale uni

A

liberale partij (vanaf 1885)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

liefdadigheid

A

vrijwillige hulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

modern imperialisme

A

Europese landen bouwen grote koloniale rijken op in Afrika en Azië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

participatie

A

deelname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

politieke partij

A

organisatie die zich vanuit bepaalde ideeën bezighoud met het bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

RKSP

A

rooms-katholieke staatspartij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

SDAP

A

sociale democratische arbeiders partij

17
Q

sociale kwestie

A

het probleem van de slechte leef en werkomstandigheden van de arbeiders

18
Q

sociale wet

A

wet voor steun aan mensen die kindergoed voor zich zelf kunnen zorgen (armenwet, kinderwetten van houten, ongevallenwet, woningwet

19
Q

socialist

A

iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid

20
Q

vereniging voor vrouwenkiesrecht

A

organisatie die voor vrouwenkiesrecht eiste (vanaf 1894)

21
Q

verstedelijking

A

ontstaan en groei van steden

22
Q

verzuiling

A

verdeling van de bevolking in levensbeschouwelijke groepen (zuilen) met eigen organisatie 9media, onderwijs, verenigingsleven, vakbonden)

23
Q

vrije vrouwen vereniging

A

feministische vrouwen organisatie (vanaf 1889)