natuurkunde h2 en h4 Flashcards
elatische vervorming
Vervorming waarbij de oorspronkelijke vorm weer terugkomt als de kracht ophoudt te werken.
kracht
natuurkundig begrip dat duidelijk maakt hoe voorwerpen elkaars vorm en/of beweging veranderen.
krachtenschaal
verhouding die je kiest om krachten te kunnen tekenen. geeft aan hoe groot de kracht is die 1 cm van de krachtenpijl voorstelt.
krachtmeter
instrument met een spiraalveer waarmee je krachten kunt meten.
magnetische kracht
kracht die werkt tussen de twee polen van een magneet. Kan afstotend of aantrekkend zijn.
plastische vervorming
vervorming waarbij het voorwerp blijvend wordt vervormd nadat er een kracht op is uitgeoefend.
spankracht
kracht die in een touw ontstaat, als er aan beide uiteinden wordt getrokken.
spierkracht
Kracht die ontstaat doordat de spieren in een lichaam zich samentrekken.
vector
Pijlvormige weergave van de grootte, de richting en het aangrijpingspunt van een kracht.
veerkracht
kracht die ontstaat als je een veerkrachtig materiaal uitrekt of indrukt.
zwaartekracht
Kracht waarmee de aarde aan jou trekt en aan alle voorwerpen om je heen.
zwaartepunt
Een (denkbeeldig) punt waar je de zwaartekracht op een voorwerp kunt laten aangrijpen.
normaalkracht
kracht die loodrecht op, of vanuit, een voorwerp werkt. Bijvoorbeeld de kracht van een tafelblad op een fruitschaal.
nulstand
De lengte van een veer als die niet wordt uitgerekt.
recht evenvredig
Twee variablen zijn recht evenvredig als ze naar verhouding evenveel toenemen of afnemen.
resultante
De optelsom van alle krachten die op een voorwerp werken.
uitrekking
De afstand waarmee de lengte van een veer toeneemt als er een kracht op wordt uitgeoefend.
veerconstante
Eigenschap van een veer die aangeeft hoe ver de veer uitrekt, als er een kracht op wordt uitgeoefend.
arm
De (loodrechte) afstand tussen de werklijn van een kracht en het draaipunt van een hefboom.