eco hfst 4, 5 en 6 begrippen Flashcards
productie
het maken van goederen en het leveren van diensten
bedrijfskolom
alle bedrijven die meewerken aan een product
toegevoegde waarde
hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt
productiekosten
alle kosten die je maakt bij het produceren
kostprijs per product
de kosten die je gemiddeld hebt voor het maken van 1 product
productiesectoren
agrarische bedrijven
industriële bedrijven
dienstverlenende bedrijven
ondernemer
iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient
productiefactoren
alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren: natuur, arbeid en kapitaal
investeren
het kopen van kapitaalgoederen, zoals een machine of bedrijfswagen
concurrenten
bedrijven die dezelfde soort producten verkopen
winst
het bedrag dat je overhoudt nadat alle kosten van de opbrengst zijn afgehaald
verlies
de kosten zijn hoger dan de opbrengsten
failliet
wanneer een bedrijf lage tijd verlies lijdt en de schulden niet meer kan betalen, gaat het failliet
technolische ontwikkelingen
nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitviningen
mechanisatie
machines maken het zware werk van mensen lichter
automatisering
computers en computerprogramma sturen de productie aan
arbeidsproductiviteit
de hoeveelheid producten die een werknemer in een bepaalde tijd kan maken
afschrijving
de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed
mileuschade
alle negatieve gevolgen van ons gedrag voor het mileu als gevolg van vervuiling, energieverbruik, gorndstoffenverbuik en afval
duurzaam produceren
bedrijven houden bij de productie rekening met mens en mileu
recycling
het maken van nieuwe materialen uit afval
maatschappelijke kosten
de samenleving betaalt mee aan de kosten van mileuschade
marketing
alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen