Natuurgeneeskunde Flashcards

1
Q

Voor hoeveel procent worden homeopathische geneesmiddelen bereid uit planten of uit plantaardige producten?

A

80 procent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is fytotherapie?

A

Plantengeneeskunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de twee verschillen tussen fytotherapie en homeopathie?

A
  1. Ten eerste werkt de fytotherapie niet vanuit het similia-principe
  2. Ten tweede werkt de fytotherapie uitsluitend met plantaardige stoffen en werkt de homeopathie ook met andere soorten grondstoffen zoals dierlijke en minerale grondstoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het contraria-principe?

A

De klacht wordt met het tegenovergestelde genezen (bestreden). Dit is ook het basisprincipe in de fytotherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een homeopathisch geneesmiddel?

A

Een product dat bestaat uit homeopathische grondstoffen en dat gemaakt is volgens homeopathische procedures.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk product wordt geadviseerd bij zonne-allergie?

A

Urtizon (afgeleid van urtica - Latijn voor brandnetel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat geldt als we het hebben over verdunningen?

A

Vaak geldt: hoe meer verdunt, hoe gerichter iets werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet kinine?

A

In pure vorm: koortsachtige klachten.
In verdunde vorm: helpt tegen koortsachtige klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar streven aanhangers van de klassieke homeopathie naar?

A

Zoveel mogelijk volgens de oorspronkelijke aanwijzingen te werken.

Werken met extreem verdunde middelen speciaal voor een bepaald persoon, met een bepaalde klacht op een bepaald moment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een simplex?

A

Een middel met maar één werkzame stof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar richt de klinische homeopathie zich op?

A

Zoekt naar standaardmiddelen voor standaardziekten.

Niet de persoon, maar de ziekte staat centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is complexhomeopathie?

A

Verschillende homeopathische grondstoffen, die betrekking hebben op hetzelfde orgaan of op dezelfde ziekte worden bij elkaar gevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een complex?

A

Een middel dat bestaat uit meerder werkzame stoffen die allemaal werken tegen eenzelfde soort klacht.

Maximaal 7 tot 8 stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke homeopathie werkt beter?

A

Van de resultaten van complexgeneesmiddelen valt minder te verwachten dan van klassieke homeopathische geneesmiddelen, met name omdat ze minder gericht werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe worden plantaardige grondstoffen gebruikt in de fytotherapie?

A

Onverdund/puur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onder welke wet vallen fytotherapeutische producten?

A

De Warenwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer kan een medische claim worden uitgevoerd rondom fytotherapeutische producten?

A

Als een kruidengeneesmiddel een geschiedenis heeft op basis van langdurig gebruikt, minstens 15 jaar in de EU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarvoor staat: Ø?

A

Oertinctuur: de onverdunde grondstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is macareren?

A

Een mengsel van plantenbrij en alcohol laten trekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is potentiëren?

A

Het stapsgewijs verdunnen en schudden van de oertinctuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe noemen we verdunningen die na elke stap ontstaan?

A

Diluties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe wordt het schudden tijdens het potentiëren genoemd?

A

Dynamiseren

23
Q

Welke potenties bestaan er?

A

D-potenties (1:10)
C-potenties (1:100)
K-potenties (1:100)
LM-potenties (1:50.000)

  • L = 50
  • M = 1000
24
Q

Hoe werkt D-potentie bereiden?

A

In Nederland zijn de decimale potenties (de D-potenties) de meest bekende.
De letter D staat voor Decimaal, de verdunningsfactor (1 : 10).
Dat betekent dat één deel van de grondstof wordt gemengd met 9 delen alcohol.
Na krachtig schudden is dan een D1 bereid.
Deze bevat dan nog 1/10 deel (of 10 %) van de originele werkzame stof.
Hierna neemt men dan 1/10 deel van de D1 en deze wordt weer gemengd met 9 delen alcohol.
Na krachtig schudden is dan een D2 bereid (hiervan is dan nog 1/100 deel of 1 % de originele werkzame stof).
Hier kan men steeds verder mee doorgaan totdat de gewenste verdunning of potentie is bereikt.

25
Q

Hoe werkt C-potentie bereiden?

A

C-potenties worden bereid volgens de Centesimale (honderdtallige) schaal, waarbij trapsgewijs verdund en geschud wordt in een verhouding van 1 op 100.
Daarbij wordt één deel van de grondstof dus gemengd met 99 delen alcohol.
Dit is de oorspronkelijke potentieermethode.
Op de verpakking zal dan C1 staan al wordt er ook gebruik gemaakt van CH1.
De H staat dan voor Dr. Hahnemann.
De geneesheer die de moderne homeopathie heeft ontwikkeld.

26
Q

Hoe werken K-potenties?

A

K-potenties worden gepotentieerd volgens de éénglasmethode in trappen van 1 op 100.

De éénglasmethode houdt in dat, in tegenstelling tot de D- en C-potenties, opeenvolgende K-potenties steeds in hetzelfde flesje bereid worden.
Na intensief schudden wordt het flesje leeggegoten.
Aan het overgebleven restant (1 %) wordt weer verdunningsvloeistof toegevoegd.
Een voorbeeld van een geneesmiddel met een K-potentie is Oscillococcinum tegen griep.

27
Q

Hoe werken LM-potenties?

A

LM-potenties worden gepotentieerd in (gefaseerde) trappen van 1 op 50.000 (L = 50 en M = 1000). Deze zul je over het algemeen niet tegenkomen in de drogisterij.

28
Q

Wat is verwrijven?

A

Voor het maken van verwrijvingen kan dus geen alcohol worden gebruikt als verdunningsmedium. Daarom wordt in plaats daarvan melksuiker (lactose) gebruikt.

Alleen voor grondstoffen die niet oplosbaar zijn in alcohol.

29
Q

Wat is de indeling van lage tot hoge potenties?

A
  • D1 tot D6 zijn de zogenaamde lage potenties.
  • D6 tot D12 zijn de middel(-hoge) potenties.
  • D12 tot D24 worden de hogere potenties genoemd.
  • Boven D23 wordt gesproken van hoge potenties. Deze worden niet gebruikt in de drogisterij-middelen.
30
Q

Welke potenties worden beoordeeld door het CBG?

A

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) beoordeeld lage potenties dan ook op veiligheid, werkzaamheid en kwaliteit.
Meer dan 85 % van de potenties in Nederland liggen tussen D1 en D12.

31
Q

Waarvoor wordt het getal van Avogrado gebruikt in de potentiëring?

A

Het omslagpunt waarop nog een werkzame stof is aan te tonen en wanneer niet meer.

32
Q

Hoe worden druppels vaak aangegeven op de verpakking?

A

dil

33
Q

Hoe worden korrels vaak aangegeven op de verpakking?

A

glob (van globuli/granules)

34
Q

Welke doseringsvorm wordt gebruikt voor onoplosbare stoffen?

A

Tabletten

35
Q

Waaruit worden tabletten geslagen?

A

Verwrijvingen met melksuiker

36
Q

Hoe worden tabletten vaak aangegeven op de verpakking?

A

tabl

37
Q

Wat gebeurt er met de bestanddelen in een zalf?

A

Die worden langzaam en langdurig afgegeven door een vette basis.

38
Q

Waarvoor kan gelei makkelijk gebruikt worden?

A

Het is goed afwasbaar en kan gemakkelijk op de behaarde huid worden aangebracht.

39
Q

Waarvoor is een emulsie geschikt?

A

Voor grotere huidoppervlakken.

40
Q

Wat is aan te raden bij het innemen van meerdere homeopathische geneesmiddelen?

A

Tussen iedere inname dertig minuten wachten.

41
Q

Wat kan je beter niet doen als we het hebben over de inname van homeopathische geneesmiddelen?

A
  • Beter niet vlak voor of na het eten
  • Niet rondom het nuttigen van sterk geurende stoffen (pepermunt)
  • Na het poetsen van de tanden
42
Q

Hoe lang een homeopathisch geneesmiddel maximaal gebruiken?

A

Niet langer dan 2 tot 3 maanden.

43
Q

Wanneer een klant met een homeopathisch middel naar de huisarts verwijzen?

A

Als er na 14 dagen geen verbetering optreedt

44
Q

Wat wordt er rondom de zelfzorg vaak omschreven?

A

“Het is bij homeopathische geneesmiddelen mogelijk dat er een beginverergering optreedt in de eerste week van de inname. Dit betekent dat de klachten in eerste instantie toenemen in plaats van afnemen. Stop in dit geval de inname van het homeopathische geneesmiddel en begin een paar dagen later met de halve dosering.”

45
Q

Bewaaradvies voor homeopathische geneesmiddelen

A
  • Niet in direct zonlicht
  • In het donker bij kamertemperatuur
  • Buiten bereik van kinderen
46
Q

Sinds wanneer moeten homeopathische geneesmiddelen ook in een register zijn ingeschreven?

A

Sinds 2002

47
Q

Waarop worden homeopathische geneesmiddelen getoetst?

A

Veiligheid, kwaliteit en werking. Ze zijn niet met wetenschappelijke criteria beoordeeld.

48
Q

Welke geregistreerde homeopathische geneesmiddelen mogen ook worden gebruikt bij zwangerschap en het geven van borstvoeding?

A
  • Arniflor vallen en stoten
  • Calendulan
  • Chamodent
  • A. Vogel Echinaforce
  • Nisyleen
  • Prrrikweg
  • Spiroflor SRL
49
Q

Wat is een farmacopee?

A

Een handboek met voorschriften voor de bereiding van geneesmiddelen

50
Q

De drogist maakt vooral gebruik van …

A

De complexhomeopathie

51
Q

Een homeopathisch middel moet minimaal … minuten voor de maaltijd worden ingenomen.

A

15 minuten

52
Q

Als er gebruik wordt gemaakt van plantaardige verdunde grondstoffen heet dat …

A

Homeopathie

53
Q

Vanaf welke verdunning is er niet meer aan te tonen of er nog werkzaam molecuul in het middel zit?

A

Vanaf de 23e verdunning