Nadia woordenlijst pagina 12 t/m 16 Flashcards
1
Q
Tan
A
Zulk
2
Q
Un par
A
Een paar
3
Q
Ventajas
A
Voordelen
4
Q
Logra
A
Zij/hij krijgt het voor elkaar
5
Q
Queda muy bien
A
Het staat heel mooi
6
Q
Recibes atención
A
Je krijgt aandacht
7
Q
Enseguida
A
Al gauw
8
Q
Las manos libres
A
De handen vrij
9
Q
Hoy
A
Vandaag
10
Q
Desde
A
Vanaf
11
Q
Restos del pan
A
Restjes brood
12
Q
Hecho por su madre
A
Gebakken door haar moeder
13
Q
Por los aires
A
Door de lucht
14
Q
Semillas
A
Zaadjes
15
Q
Trocitos
A
Stukjes
16
Q
Cacahuetes paridos
A
Gehakte pinda’s