naar/in en Van/uit Flashcards

1
Q

naar/in

A

–> en
–> au
–> aux
–> à

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uit/van

A

–> de
–> du
–> des
–> de

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

à en de

A

= voor een stad
–> New York

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aux en des

A

= voor een manelijk land in meervouwd
–> Les- étas-Uni

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

au en du

A

= voor een mannelijk land die begind met een medekilinker
–> le portugal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

en en de

A

= voor vrouwelijk en mannelijk land die begint met klinker of stille h
–> le irak
la begique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly