hoofdletters, landen, continenten ,LE , LA Flashcards
1
Q
wanneer hoofdletter
A
–> begin van de zin
–> inwoners
–> landen
–> voornaam +achternaam
–> straat
niet voor
–> nationaiteiten
–> talen
2
Q
Het verenig Koninkrijk
A
Le Royaume-Uni
3
Q
Nederland
A
Les Pays Bas
4
Q
België
A
La belgique
5
Q
Duitsland
A
L’Allemagne
6
Q
Frankrijk
A
La france
7
Q
Zwitserland
A
La Suisse
8
Q
Portugal
A
Le Portugal
9
Q
Spanje
A
L’Espagne
10
Q
Italië
A
L’Italie
11
Q
Japan
A
Le Japon
12
Q
Griekenland
A
La Gréce
13
Q
Verenigde Staten
A
Les étas-Uni
14
Q
Marokko
A
Le Maroc
15
Q
Tunesië
A
La Tunisie