Naamval en functie in de zin Flashcards
1
Q
Nominativus
A
Onderwerp
2
Q
Genitivus
A
Bijvoeglijke bepaling - van
3
Q
Dativus
A
Meewerkend voorwerp - aan/voor/tegen
4
Q
Accusativus
A
Lijdend voorwerp
5
Q
Ablativus
A
Bijwoordelijke bepaling - met/door/in