MRI Flashcards
Wat is MRI/Hoe werkt MRI?
MRI zorgt voor een sterk magnetisch veld om het lichaam. Enkele protonen in watermoleculen hebben zwakke magnetische velden die om zichzelf heen draaien. Het sterke veld zorgt ervoor dat een klein deel protonen zich uitlijnt met het sterke veld. Door de radiofrequente golf roteren de protonen met 90 graden (dit draaien toont een meetbare verandering in magnetische veld). Uiteindelijk keren protonen weer terug naar originele positie.
Welke soorten scans heb je bij MRI en hoe verschillen deze?
T1 scan (structureel): benadrukken verschil in T1 relaxation time (=snelheden dat protonen terugkeren) tussen weefsels.
-Korte T1 RT = helder, lange T1 RT = donker.
-Vooral gebruikt in brain imaging –> markeren van grijze en witte stof en CBF.
T2 scan (structureel): benadrukken verschil in T2 RT (=ander tijdspunt dan T1).
-Lange T2 RT = helder, korte T2 RT = donker.
-Vooral gebruikt in detectie van abnormaliteiten (bv. tumor, infectie).
T2-ster scan (functioneel=fMRI): vergelijkbaar met T2, en houdt nog rekening met effecten van BOLD.
-Gevoelig voor magnetische veranderingen –> detecteren van hemorrhages, ijzertekorten.
Wat zijn voordelen van MRI?
-Gebruikt geen radiatie –> mensen kunnen meerdere keren gescand worden
-Betere spatiale resolutie dan CT (mm)
-Beter onderscheid tussen grijze en witte stof dan CT
-Minder vatbaar voor signaalverstoringen dan CT
-Kan worden gebruikt bij detecteren van zuurstofveranderingen in bloed (fMRI)
-Minder duur dan PET
Wat zijn nadelen van MRI?
-Vrij lage temporele resolutie (100en ms)
-Oppassen met magneten in ruimte
-Luidruchtig en kan oncomfortabel zijn voor patiënt (stil blijven zitten, misselijk, duizelig)
-Niet draagbaar
