Dissociation Flashcards

1
Q

Wat is association?

A

Gelijktijdig voorkomen van 2 of meer beperkingen –> suggereert onderliggend proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is double dissociation?

A

In sommige gevallen is A beperkt en B niet, terwijl in andere gevallen B beperkt is en A niet (bv. doof en blind zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is single dissociation?

A

In sommige gevallen is A beperkt en B niet, maar bij beperking in B is er altijd beperking in A (bv. niet kunnen lezen en blind zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 2 artifacts zijn er bij single dissociation en hoe verschillen deze?

A

Task-resource: 2 taken hebben zelfde neurale bronnen, maar 1 gebruikt het meer (is moeilijker).
Task-demand: 1 taak is slechter uitgevoerd dan andere, door sub-optimale strategie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gebruiken perceptie + imagery zelfde mechanismen (Riecke)?

A

C.K. had tekort in objectherkenning, maar niet in tactiele herkenning en gezichtsherkenning. Hij kon delen van object herkennen, maar er geen coherent geheel van maken.
—> Ondersteunt het idee van associatie i.p.v. dissociatie tussen perceptie en imagery

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly