Motorisch systeem Flashcards
Grote hersenen (functie)
Initiëren van bewegingen
Hersenstam (functie)
soort-specifieke bewegingen
Ruggenmerg (functie)
Uitvoeren van bewegingen
Basale ganglia
Reguleren kracht van bewegingen (volumeknop)
Cerebellum ‘Kleine hersenen’ (functie)
reguleren de timing en accuratesse. belangrijk voor aanleren en uitvoeren ‘motor skills’
Neurale plasticiteit faciliteert… (2)
- Motorisch leren
- Herstel na schade
Constraint induced therapy
Door een deel van het lichaam te blokkeren, leren hoe je iets anders gebruikt (bijvoorbeeld hand). kan door neurale plasticiteit.
somatotope organisatie van de motorische cortex
elk lichaamsdeel correspondeert met een specifiek gebied in de motorische cortex (flexibel)
Tractus corticospinalis
- Ontspringt in motorische cortex laag V
- Eindigt in anterieure hoorn van ruggenmerg
- Axonen kruisen gedeeltelijk in medulla
tractus corticospinalis LATERALIS
-Kruist naar de contralaterale zijde (~90% van alle vezels)
- Eindigt in de laterale zijde van de contralaterale anterieure hoorn
- Distale musculatuur (ledematen, vingers)
tractus corticospinalis VENTRALIS
- Blijft aan de ipsilateral zijde (~10% van alle vezels)
- Eindigt in de mediale zijde van de ipsilaterale anterieure hoorn
- Proximale musculatuur (romp)
centrale kanaal
midden van het ruggenmerg, gevuld met cerebrospinale vloeistof.
neuromusculaire synaps of junctie
verbinding tussen motor neuronen vanuit het ruggenmerg en spiervezels. bevat motorische eindplaat
Onderdelen basale ganglia
- Nucleus caudatus
- Putamen
- Globus pallidus (deep brain stimulation)
- Cucleus accumbens (beloning)
- Subthalamische nucleus
- Substantia nigra
Hypokinesie
Te weinig kracht, zorgt voor gebrek aan beweging (rigiditeit)