Hoofdstuk 6 Flashcards
Gebieden zonder bloed-hersenbarriére
hypofyse (afgifte hormonen)
Area postrema in de medulla (detecteert toxische substanties)
pijnappelklier (dag/nacht cyclus)
Agonist
stof die het effect van een neurotransmitter verhoogt of nabootst
Psychoanapleptica
substanties die psychologische functies stimuleren (Antidepressiva en stimulerende middelen)
Psycholeptica
substanties die psychologische functies inhiberen. (sedatieve middelen, antipsychotica/neuroleptica) werken op GABA receptor.
Psychodysleptica
substatnies die psychologische functies disorganizeren. (verdovende pijnstillers en hallucinogenen.
Cocaïne werking
Dopamine agonist (blokkeren heropname van dopamine)
Amfetamiine werking
Norepinefrine en Dopamine agonist (stimuleren afgifte en blokkeren heropname van NE en DA)
amfetamine-achtige stoffen
Ritalin, ICE, crystal meth, MDMA of XTC
Antipsychotica
werken als Dopamine antagonisten door de receptor te bezetten
GABA
inhiberend
disinhibitie theorie
Alcohol beïnvloed beoordelingsvermogen en maken van (rationele) beslissingen (frontale cortex),
maar laat (subcorticale) instinctieve gedragingen intact (agressie, verlangen)
theorie van Behavioral myopia
Neiging om alleen te reageren op (een beperkt aantal) acute en prominente prikkels, terwijl minder acute prikkels en gevolgen van acties worden genegeerd
Theorie van Aangeleerd gedrag
Gedrag tijdens drugsgebruik is deels aangeleerd en context-afhankelijk (beïnvloed door cultuur)
‘Wanting-and-liking’ theorie
Met herhaaldelijk gebruik van drugs neemt de drang om het gebruik toe ‘wanting’, maar het genot dat wordt verwacht neemt af ‘liking’.
Daarbij hoort sensitisatie van mesolimbisch dopaminerge systeem.