Mondeling Entre chien au bouche Flashcards
1
Q
de loon
A
la remuneration
2
Q
de vrije dag
A
le jour de congé
3
Q
het gevoel voor humor
A
le sens de l’humor
4
Q
het materiaal
A
le matériel
5
Q
beschikbaar
A
disponible
6
Q
zoals
A
tel que
7
Q
verantwoordelijk voor
A
responsable que
8
Q
de vacature
A
l’offre d’emploi
9
Q
de ontspanning
A
le détente
10
Q
de huisvesting
A
l’hérbergement (m)
11
Q
de sollicitatiebrief
A
la lettre candidature / la lettre motivation
12
Q
de ervaring
A
l’experience
13
Q
de voorwaarde
A
la condition
14
Q
aanvullen
A
supplementaire
15
Q
samenwerken
A
collaborer
16
Q
vloeiend
A
courramment
17
Q
de troef / het voordeel
A
l’atout (m)
18
Q
leiden
A
diriger
19
Q
op zoek zijn naar
A
rechercher
20
Q
dagelijks
A
quotidien
21
Q
de baan
A
l’emploi (m)
22
Q
verzorgen
A
assurer
23
Q
het contract
A
le contrat
24
Q
de functie
A
la fonction