Lire H. 1+3 Woordjes Flashcards
fonder
oprichten
arrêter
aanhouden
permettre de
mogelijk maken te
le loyer
de huur
inoffensif
ongevaarlijk
se précipiter
zich haasten
l’endroit
de plek
humain
menselijk
se battre
vechten
taguer
grafiti bespuiten
le réalisateur
de regisseur
la découverte
de ontdekking
le poignet
de pols
le chef d’orchestre
de dirigent
le compositeur
de componist
chanter juste/ faux
zuiver/ vals zingen
la voix
de stem
le mouvement
de beweging
vers
rond/ ongeveer
respirer
ademhalen
la bombe
de spuitbus
le morceau
(hier) het liedje
(normaal) het stukje
s’inscrire à
zich inschrijven (voor)
la dent
de tand
le chantier
het bouwterrein
grimper
klimmen
la discipline
de discipline / het vak
la cours de chant
de zangles
jouer d’un instrument
een instrument bespelen
choeur
het koor
gâcher
bederven / verpesten
s’etirer
zich uitrekken
la notice
de bijsluiter
relâcher
ontspannen
aborder quelqu’un
iemand aanspreken
la pression
de spanning
faire de son mieux
zijn best doen
l’adepte (m/f)
de aanhanger / de liefhebber
le doute
de twijfel
j’y arrive
het lukt me
équilibré
evenwichtig
la respiration
de ademhaling
gérable
beheersbaar
rendre des services
van dienst zijn / te pas komen
trier
scheiden
le coup
de slag
bâiller
gapen
s’accélérer
versnellen
la cata
de ramp
la catastrophe
de ramp
paralyser
verlammen
l’alimentation
de voeding
inspirer
inademen
l’esprit
de geest
le révail
de wekker
le effets secondaires
de bijwerkingen
avoir de la fièvre
koorts hebben
le traitement
de behandeling
vomir
overgeven
attraper un rhume
een verkoudheid oplopen
l’ordonnance
het recept
