Moment theorie Flashcards
krachtmoment
= draaimoment
= kracht die inwerkt op een lichaam, dat afh van kracht & plaats van inwerking, een lichaam doet draaien
-> kracht t.o.v. het zwaartepunt
- op zwaartepunt = translatie
- naast zwaartepunt = rotatie
M = F x d
Nm = N x m
-> d = momentarm
= loodrechte aftand van werklijn tot zwaartepunt (rotatie-as)
+ -draaimoment = tegen wijzer-zin
- -draaimoment wijzerzin
- de grootte is afhankelijk van de loodrechte aftand tussen de werklijn & het roatie-punt
- de grootte veranderd niet als de werklijn/rotatie-punt verplaatst evenwijdig met de werklijn
- M=0 als er geen kracht is of de werklijn op het rotatie-punt ligt
toepassing voor kine draaimoment
vb: strekken van knie met gewicht
-> knie verder gestrekt
= werk lijn verder van rotatie punt
= groter uitwendig draaimoment
-> groter inwendig draaimoment nodig
= meer werk verrichten om gewicht omhoog te krijgen
delen van hefboom
-> star object recht of gebogen
S = steunpunt
L = last
-> l = loodrechte afstand tussen S & L
M = macht
-> m = loodrechte afstand tussen M & L
menselijklichaam
segment = bot
S = rotatie-as
L = zwaartekracht x gewicht
M = spierkracht
M x m = L x l = houding
M x m < L x l = rotatie met zwaartekracht mee = excentrisch
M x m > L x l = rotatie tegen zwaartekracht in = concentrisch
evenwichtsvoorwaarden hefbomen
- 2 krachten die op 1 punt inwerken zijn in evenwicht als
-> gelijke grootte, op dezelfde werklijn met tegengestelde zin - een stelsel van krachten is in evenwicht als
-> de resulstante van de krachten die opdezelfde werklijn liggen een tegengestelde zin hebben - een voorwerk is in evenwicht als
-> de krachten die erop inwerken gelijk zijn maar met een tegengesteld rotatiemoment
M x m = L x l
-> de som van de vectoren van de krachten/draaimomenten = 0
-> 6 onafhankelijke scalaire evenwichts voorwaarden
= som van krachten in x, y & z + som van draaimomenten in x, y & z
hefbomen
- 1e soort
= LSM
-> steunpunt ligt tussen macht & last
- als m > l -> Vm > Vl machtboom = weinig kracht voor veel verplaatsing
- als m < L -> Vm < Vl snelheidsboom = veel kracht voor snelle verplaatsing - 2e soort
- SLM
- lastarm zit dichter bij steunpunt = machtboom - 3e soort
- LMS
- machtarm zit dichter bij steunpunt = snelheidsboom