Module: Consommer autrement Flashcards
de comsumptie
la consommation
de deeleconomie
la comsommation collaborative
zich ontwikkelen
se développer
een tip, raad
un conseil
een advertentie
une annonce
kopen
acheter
uitgeven
dépenser
geven
donner
ruilen, wisselen
échanger
besparen
économiser
huren
louer
delen
partager
deelnemen
participer
betalen
payer
lenen
prêter (La banque lui a prêté 5 000 euros.)
ontlenen
emprunter (J’ai emprunté ce livre à la bibliothèque.)
(ver) ruilen
troquer
(door)verkopen
(re)vendre
duur
cher, chéré
goedkoop
bon marché
gegeven
done = offert = en cadeau
in ruil
en échange
in promotie
en promotion = soldé = en solde
gratis
gratuit
nieuw, ongebruikt
neuf
occasie
d’occasion
betalend
payant
de koper
l’acheteur
de klant
le client
de consument
le consommateur
het bedrijf
l’entreprise
de verhuurder
le louer
de particulier
le particulier
de gebruiker
l’utilisateur
een sector
un secteur
de kledingsector
l’habillement
de huisvesting
le logement
de horeca, catering
la restauration
de diensten
les services
het vervoer
les transports