module 4: thermodynamica

Question 1

wat is energie

Answer 1

mogelijkheid om arbeid uit te oefenen en warmte te produceren

Question 2

wat is arbeid

Answer 2

geordende manier om energieomzettingen te laten verlopen

Question 3

wat is warmte

Answer 3

ongeordende energieverandering -> verloren energie: levert geen arbeid

niet nuttig: men wil dit vermijden

Question 4

1ste hoofdwet van thermodynamica

Answer 4

wet v behoud van energie: energie kan niet verdwijnen of bijgemaakt worden: enkel van de ene vorm naar de andere worden omgezet

Question 5

wat is een toestandsfunctie

Answer 5

functie waarbij de toestand vh systeem enkel afhankelijk is van hoe ze nu is, niet hoe ze er is geraakt

Question 6

gesloten systeem

Answer 6

geen massa uitwisseling met de omgeving

Question 7

geïsoleerd systeem

Answer 7

geen massa of energie uitwisseling met de omgeving

Question 8

adiabatisch systeem

Answer 8

geen warmte uitwisseling met de omgeving (als er warmte ontstaat gaat de kinetische energie omhoog)

Question 9

isotherm proces

Answer 9

temperatuur is cst

Question 10

isochoor proces

Answer 10

volume is cst

Question 11

isobaar proces

Answer 11

druk is cst

Question 12

exotherm proces

Answer 12

systeem geeft warmte aan de omgeving

energie reagentia > energie reactieproducten

Question 13

endotherm proces

Answer 13

systeem neemt warmte uit de omgeving op

energie reagentia < energie reactieproducten

Question 14

U

Answer 14

= universele energie = kinetische energie + potentiële energie

verandering = warmte + arbeid

Question 15

H

Answer 15

= enthalpie: interne warmte-inhoud vh systeem = q + w

Question 16

calorie

Answer 16

= warmte die vrijkomt bij verbranding van voeding

Question 17

wet v Hess

Answer 17

verandering v enthalpie voor een chemische reactie is cst, wat de gevolgde weg tussen begin- en eindtoestand ook is

Question 18

eigenschappen van enthalpieverandering

Answer 18

1) toestandsfunctie: H heenreactie = -H terugreactie
2) extensief: grootte is evenredig met het aantal reagentia

Question 19

standaardvormingsenthalpie

Answer 19

= enthalpieverandering bij vorming van 1 mol van een verbinding, uitgaande van enkelvoudige stoffen

enkelvoudige stoffen: = 0

standaardomstandigheden: P = 1 bar, C = 1M

Hf reactieprod - Hf reagentia

Question 20

bindingsenergie

Answer 20

= energie nodig om een chemische binding tussen 2 atomen te breken

Question 21

spontaan proces

Answer 21

= proces dat verloopt zonder uitwendige interventie: gaat in 1 richting door

Question 22

0de wet thermodynamica

Answer 22

warmte gaat ve warm lichaam nr een koud lichaam

Question 23

entropie

Answer 23

= maat voor wanorde

hoe hoger entropie, hoe beter voor de spontaneïteit

Question 24

bespreek enthalpie + eigenschappen

Answer 24

hogere temperatuur, hogere S
gas > vl > vast
oplossen ve vaste stof/vl in een solvent: S hoger
MM hoger, S hoger
complexiteit vd molecule hoger, S hoger
verdelingsgraad: hoe hoger, hoe hoger S

Question 25

Boltzmann

Answer 25

het meest waarschijnlijke is dat wat er zal gebeuren

Question 26

maximale arbeid

Answer 26

= maximale arbeid die een systeem kan leveren

kinetisch inerte reactie: niet spontaan

Question 27

niet maximale arbeid

Answer 27

= minder dan maximale arbeid: steeds verlies, maar kinetisch wel haalbaar

wel spontaan

Question 28

2de hoofdwet thermodynamica

Answer 28

enthalpieverandering = q rev + w rev = q irrev + w irrev

rev = reversibel proces
irrev = irreversibel proces

S universum = S systeem + S omgeving (neemt steeds toe)

Question 29

Gibbs vrije energie

Answer 29

maat voor spontaneïteit

<0: spontaan
>0: niet-spontaan
=0: reactie in evenwicht

Question 30

derde hoofdwet thermodynamica

Answer 30

entropie ve perfect kristal bij 0K is 0J/K

Question 31

beschrijf elektrolytische geleiding

Answer 31

elektrolyt -> kation + anion (in opl of gesmolten)

er kan een elektrische lading transporteren zonder dat er vrije elektronen aanwezig zijn

via waterige oplossingen bewegen ionen nr de geleider om elektronen af te staan (anion) of op te nemen (kation)

Question 32

beschrijf galvanische cel

Answer 32

reductie kant: anode, negatief
oxidatie kant: kathode, positief

extra elektroden worden links en rechts bijgeschreven van de reactievgl

Question 33

Ecel

Answer 33

standaardomstandigheden:

Ecel = E(reductie) - E(oxidatie)

<0: niet spontaan (elektrolyse)
>0: wel spontaan (galvanische cel)