module 3: chemisch evenwicht Flashcards
- het chemisch evenwicht - zuren en basen - buffers - oplosbaarheid en oplosbaarheidsproduct
beschrijf dynamisch evenwicht
links en rechts vd reactiepijl blijft het aantal deeltjes cst (concentraties zijn cst)
links zullen er minder deeltjes zijn dan rechts (rechts is er lagere energie)
wat is activeringsenergie?
bepaalt de kinetiek: hoe hoger, hoe trager de reactie
wat doet Gibbs vrije energie?
bepaalt het chemisch evenwicht
wat is Kc?
evenwichtscste bij concentraties -> verhouding tov 1M
wat is Kp?
evenwichtscste bij druk -> verhouding tov 1 bar
wat gebeurt er met vaste stoffen en vloeistoffen in chemisch evenwicht?
worden weggelaten (=1)
eigenschappen van K
cst bij een bepaalde temperatuur
oplossingen met lage concentratie -> evenwichtsconcentraties ipv K gebruiken
wat betekent de waarde van K?
<1: evenwicht ligt nr links
>1: evenwicht ligt nr rechts
= 1: evenwicht ligt in het midden
wat is de reactiecoëfficient?
zelfde als K maar de concentraties/drukken zijn niet op evenwicht gemeten
> K: evenwicht is overschreden: reactie zal nr links gaan om te compenseren
= K: er is evenwicht nu
<K: evenwicht is nog niet bereikt: reactie zal nr rechts verder gaan tot evenwicht bereikt is.
beschrijf de wet van le Châtelier
concentratieverhoging: evenwicht gaat nr andere kant
drukverhoging: evenwicht schuift nr kant met laagste druk
temperatuur stijgt: evenwicht schuift nr links
thermodynamisch ideaal: hoge P, lage T (v = 0)
kinetisch ideaal: T super hoog
zuur base via Bronsted
Z = protondonor
base = protonacceptor
eigenschappen sterke zuren
zeer grote Ka
evenwicht nr rechts
volledige dissociatie
[H+] = Cz
geconjugeerde base is veel zwakker dan H2O
eigenschappen zwakke zuren
zeer kleine Ka
evenwicht nr links
geen volledige dissociatie
[H+] «_space;Cz
geconjugeerde base is sterker dan H2O
wat is Kz/Ka?
maat voor sterkte ve zuur
verband pOH en pH
pH + pOH = 14
verband Kz en Kb
Kw = Kz . Kb = 10^-14
dissociatiegraad?
aantal mol gedissocieerd zuur / Cz . 100%
wanneer mag je de vereenvoudigde Kz formule voor zwakke zuren niet gebruiken?
als Kz > 10^-3
als Cz < 10^-2
pH van een mengsel v zwakke zuren
Kz1> 10Kz2 : enkel pH sterkste zuur
anders: via stelsel
pH van polyprotische zuren
1ste Kz is de grootste: heeft grootste invloed
pH zwakke basen
geconjugeerde base: beïnvloed bij een zwak zuur de pH
geconjugeerd zuur: beïnvloedt bij een zwakke base de pH
pH = 7 + 0,5pKz + 0,5logCb
pH van zouten
neutrale opl: niet
basische opl: pH = 7 + 0,5pKz + 0,5 [B]0
zure opl: pH = 0,5pKz - 0,5logCz
wat zijn amfolyten?
zouten met zuur en basisch karakter
pH = 0,5(pKzn + pKzn+1)
wat zijn buffers?
mengsels die ervoor zorgen dat de pH cst blijft, zelfs na extra toevoegingen van zuren en basen
- zuur + zout v geconj base
- base + zout v geconj zuur
gemeenschappelijk ion effect
alleen zwakke zuren in opl:
- + base -> buffer
- + zuur -> pH sprong
alleen zwakke basen in opl:
- + base -> pH sprong
- + zuur -> buffer
eigenschappen buffers
- 2 delen vh buffersysteem moeten in vergelijkbare hoeveelheden aanwezig zijn
- pH is afhankelijk v Kz, onafhankelijk v Cbase en Czuur
-> enkel bepaald door de verhouding vd concentraties
praktisch gebruik v buffers
buffercapaciteit is afhankelijk van de concentraties van de concentraties vh zuur en de base
-> maximaal als de concentraties gelijk zijn
-> bufferwerkign als 0,1 < cb/cz < 10
omslagpunt bij zwakke zuren
pKa
waarom is de keuze vd indicator belangrijk?
bepaalde indicators werken maar op een bepaald deel vh pH spectrum
molaire oplosbaarheid
max aantal mol dat kan oplossen in 1L bij een bepaalde T
oplosbaarheidsprod
evenwichtscste vd dissociatiereactie van een slecht oplosbaar zout
verhouding Q en Ks
Q = Ks : verzadigde opl: systeem is in evenwicht: evenwichtspositie verandert niet
Q < Ks: onverzadigd: positie verschuift nr rechts
Q > Ks: onverzadigd: positie verschuift nr links
factoeen die S beïnvloeden
temperatuur:
- endotherm: hogere T, hogere S
- exotherm: hogere T, lagere S
zouteffect: indifferente zouten: S hoger
zuurtegraad (zie oef)
gemeenschappelijke ionen: verhogen
stabiliteits en dissociatiecsten
bij complexen