module 1: inleiding Flashcards

- nomenclatuur - concentraties - reacties in opl + redox

1
Q

naamgeving binaire verbindingen:
ex: CS2, CCl4

A

elektropositief element (+getal voorvoegsel) + elektronegatief element
(naam) + (Griekse stam + ide)
ex: koolstofdisulfide, koolstoftetrachloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

naamgeving ionen
ex: Na+, Fe(2+), Cl(-), N(3-), C(4-)

A

kationen (+): naam atoom + ion (oxidatiegetal bij twijfel)
- natrium-ion
- ijzer (II)-ion
anion (-): Griekse stam + ide + ion
- chloride-ion
- nitride-ion
- carbide-ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

naamgeving radicalen en meeratomige kationen:
HO, CO, NO, NO2, NH4(+), H3O(+)

A

speciale namen op -yl (radicalen) + ion (kationen)
hydroxyl
carbonyl
nitrosyl
nitryl
ammonium-ion
hydron (oxonium-ion)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

naam OH-, CN-, O2(-), O2(2-),

A

hydroxide-ion, cyanide-ion, superoxide-ion, peroxide-ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

naam HS(-), I3(-), S2(2-), S(2-)

A

waterstofsulfide-ion, trijodide-ion, disulfide-ion, sulfide-ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

naam SO4(2-), SnO3(2-)

A

sulfaat-ion, stannaat (IV)-ion (afkomstig v zuurstofzuren -aat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

naam HSO4(-), HPO4(2-), HCO3(-)

A

waterstofsulfaat-ion, waterstoffosfaat-ion, waterstofcarbonaat-ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

naamgeving hydrozuren
HCl, H2S, HCN, HN3

A

= zuren zonder O: waterstof…de
waterstofchloride, waterstofsulfide, waterstofcyanide, waterstofazide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

naamgeving oxozuren + zuurresten
HClO4 , O3, O2, O
H2SO4, O3
H3AsO4, O3

A

= zuren met O: triviale namen
graden: per, normaal, ig, hypo..ig
- perchloorzuur, chloorzuur, chlorigzuur, hypochlorigzuur -> perchloraat-ion, chloraat-ion, chloriet-ion, hypochloriet-ion
- zwavelzuur, zwaveligzuur -> sulfaat-ion, sulfiet-ion
- arseenzuur, arsenigzuur -> arsenaat-ion, arseniet-ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

naamgeving polyzuren
2H2SO4 -> H2S2O7 + H2O
2H2SO3 -> H2S2O5 + H2O
2H3PO4 -> H4P2O7 + H2O
2H2CrO4 -> H2Cr2O7 + H2O

A

Zuur + Zuur -> polyzuur + H2O (di + zuur naam)
- dizwavelzuur
- dizwaveligzuur
- difosforzuur
- dichroomzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

naamgeving thiozuren
H2S2O3
H3AsSO3
H3AsSO2

A

= oxozuur waar minstens 1 O vervangen is door S (thio + naam zuur)
- thiozwavelzuur
- thioarseenzuur
- thioarsenigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

naamgeving peroxozuren
H2SO4 -> H2SO5
H2S2O7 -> H2S2O8

A

= zuren met O-O verbindingen: H2O2 -> H2O + zuur met extra O
- peroxomonozwavelzuur
- peroxodizwavelzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

naamgeving basen
NaOH

A

metallisch element + hydroxide
natriumhydroxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

naamgeving metaaloxiden
MnO2, Fe2O3

A

stock-notatie of met telwoorden
- mangaan(IV)oxide / metaaldioxide
- ijzer(III)oxide / diijzertrioxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

naamgeving zouten
Na2SO4
KHSO4
Na3PO4
Ca(H2PO4)2

A

volgens regels van ionen
- natriumsulfaat
- kaliumwaterstofsulfaat
bij twijfel: normale telwoorden bij enkelvoudige atomen, speciale bij atoomgroepen
- trinatriumfosfaat
- calciumbisdiwaterstoffosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

normale telwoorden naamgeving

A

mono
di
tri
tetra
penta
hexa
hepta
octa
nona
deca

17
Q

speciale telwoorden naamgeving

A

bis
tris
tetrakis

18
Q

soorten zouten

A

primaire
secundaire
tertiaire

19
Q

primaire zouten

A

1 H ve zuur vervangen door een metaal
(H3PO4 -> NaH2PO4)

20
Q

secundaire zouten

A

2H ve zuur vervangen door een metaal
(H3PO4 -> Na2HPO4)

21
Q

tertiare zouten

A

3H ve zuur vervangen door een metaal
(H3PO4 -> Na3PO4)

22
Q

soorten formules

A

minimale formule = kleinste mogelijke verhouding vd elementen (C6H12O6 -> C1H2O1)
molecuulformule: juiste hoeveelheid atomen wordt weergegeven (C6H12O6)
structuurformule: geeft een geometrische voorstelling vd molecule

23
Q

criteria voor reactievgl

A
  • reagentia links, reactieproducten rechts (in balans brengen)
  • pijl = volledig aflopende reactie, 2 pijlen = reactie in evenwicht
  • alle producten hebben een voorgetal (molverhouding)
24
Q

subscripties reacties

A

(aq) = in waterige oplossing
(g) = gas
(v)/(s) = vast
(vl)/(l) = vloeibaar

25
Q

wat is het beperkend reagens?

A

= het reagens dat in geringste mate aanwezig is, zal als eerste opraken (andere reagens in overmaat aanwezig)

26
Q

hoe bereken je het rendement van een reactie

A

((werkelijke opbrengst) / (theoretische opbrengst)) x 100%

27
Q

molariteit berekenen

A

aantal mol opgeloste stof / volume oplossing
mol/L

28
Q

molaliteit berekenen

A

aantal mol opgeloste stof / massa oplosmiddel
mol/kg

29
Q

verband molariteit en molaliteit

A

m = (M x 1000)/((d x 1000) - (M x MM))
m = molaliteit
M = molariteit opl
d = dichtheid opl
MM = MM opgeloste stof

30
Q

molfractie berekenen

A

aantal mol opgeloste stof / aantal mol alle aanwezige stoffen

31
Q

massa% berekenen

A

massa opgeloste stof / massa opl x 100%

32
Q

volume % berekenen

A

volume opgeloste stof / volume opl x 100%

33
Q

regels neerslagreacties (op volgorde)

A

1) alle nitraten, chloraten en CH3COO(-) zijn oplosbaar
2) meeste ammonium, natrium, kalium zouten zijn oplosbaar
3) chloriden zijn oplosbaar (AgCl, PbCl2, Hg2Cl2 niet)
4) sulfaten zijn oplosbaar (BaSO4, PbSO4, CaSO4 niet)
5) hydroxiden zijn onoplosbaar (uit Ia en IIa wel)
6) carbonaten en fosfaten -> onoplosbaar

34
Q

gasvormingsreacties

A

slecht oplosbare gassen:
- XS + Z -> H2S + zout
- xCO3 + Z -> CO2 + zout + water
- xSO3 + Z -> SO2 + zout + water
goed oplosbare gassen:
- NH4(+) + SB -> NH3 + zout + water

35
Q

redoxreacties balanceren

A

schrijf alle OT op
bepaal oxidator en reductor -> schrijf reacties uit
balanceer O en H atomen:
- zuur milieu: te weinig O -> H2O toevoegen, te weinig H: H+ toevoegen
- basisch milieu: te weinig O : 2OH- toevoegen, te weinig H: H2O toevoegen
vermenigvuldig elke volledige deelreactie met het kleinste gemene veelvoud
schrijf reacties uit: vereenvoudig voorgetallen + noteer niet-deelnemende ionen