Module 3: Agences et campagnes de communication Flashcards
een merkimago
une image de marque
een voorstad, een randgemeente
une banlieue
downsyndroom
une trisomie 21
een aantrekkelijkheid
une attractivité
een weddenschap, een inzet
un pari
een opiniepeiling
une enquête d’opinion
een teamgenoot, een medespeler
un coéquipier, une coéquipière
de zichtbaarheid
la visibilité
het voornaamste
le essentiel
een sentimentaliteit
une sensiblerie
opnemen, filmen
tourner
promoten
promouvoir
herleiden tot
réduire à
beogen
viser à
treffen, raken
toucher
indruk maken
marquer
frapper
zijn dorst lessen
se désaltérer
belichamen, personifiëren
incarner
winnend
gagnant(e)
vertrouwd, bekend
familier(ière)
zelfstandig, onafhankelijk
autonome
de moeite waard, lonend
payant(e)
omstreden, betwist
controversé(e)
een goed doel
une bonne cause
een bepaling van de doelgroep, een targeting
un ciblage
een inzameling
une collecte
een gift
un don
een schenker
un donateur
een leeftijdsgroep
une tranche d’âge
investeren
investir
voorleggen
soumettre
intikken, typen
taper
downloaden
télécharger
storten
verser
willekeurig
aléatoire
storend
dérangeant(e)
opdringerig
intrusif(ve)
hier in dit geval
en l’occurence
in staat tot, geschikt om
être apte à
een boete
une amende
de tijdsgeest
l’air du temps
wedden op
miser sur
treffen, ontroeren
toucher
een bereik hebben
porter
ontroeren
remuer
zich gelukkig prijzen
se féliciter de
vermijden
éviter
indruk maken (uitdrukking)
marquer les esprits
met de bedoeling van
par souci de
een plotselinge verandering van toon
la rupture de ton
door aanhoudend te
à force de (+ inf)
de verhouding tot
le rapport à
de schuld
la culpabilité
de bevordering van de verkeersveiligheid
la prévention routière
voorkomen
prévenir
de verkeersveiligheid
la sécurité routière
neuriën
fredonner
blijven duren
perdurer
beangstigend
angoissant
een angst
une angoisse
iemand die een schuldgevoel geeft
culpabilisant
een schuldgevoel geven aan, een schuldgevoel hebben
culpabiliser
bij het naderen van
à l’approche de
de nadruk leggen op
mettre l’accent sur
een oproep tot, een aansporing tot
un appel à
de avondklok
le couvre-feu
het weerzien
les retrouvailles
elkaar terugzien, elkaar ontmoeten
se retrouver
een bondgenoot
un allié
vrezen
craindre
tegenhouden
retenir
weer oprukken
revenir en force
beletten
empêcher
feestelijk
festif(ve)
treffend
percutant(e)
van formaat
de taille
de reclame
la publicité
een vergelijkende reclame
une publicité comparative
een misleidende reclame
une publicité mensongère
een reclamecampagne
une campagne de publicité
een reclame- / communicatiebureau
une agence de publicité / de communication
een account manager
un gestionnaire de clients
een copywriter
un concepteur-rédacteur
een art director
un directeur artistique
een grafisch ontwerper
un graphiste
een reclamemaker
un publicitaire
reclame-
publicitaire
een reclameslogan
un slogan publicitaire
pakkend
accrocheur(euse)
een mediaruimte
un espace publicitaire
een reclamemedium
un support publicitaire
een reclamespot
un spot publicitaire
een adverteerder
un annonceur
een advertentie
une annonce
een televisiezender
une chaîne de télévision
een radiozender
une station de radio
worden uitgezonden
passer à la télévision / à la radio
het tijdstip van uitzending
l’heure de passage
de primetime
l’heure de grande écoute
een medium
un média, les médias
een folder
un dépliant
het beoogde publiek
le public visé
een doelstelling
un objectif
een strategie
une stratégie
een boodschap
un message
een middel
un moyen
de mond-tot-mond reclame
le bouche à oreille
de PR
les relations publiques
de naambekendheid / bekend
la notoriété / notoire
de zichtbaarheid / zichtbaar
la visibilité / visible
doeltreffend / de doeltreffendheid
efficace / l’efficacité (f)
een impact, een effect
un impact
slagen / iets geslaagd
réussir / une réussite
mislukken / een mislukking
échouer / un échec
ontwerpen, uitdenken / het ontwerp
concevoir / la conception
creëren / de creatie
créer / la creation
ontwikkelen / de ontwikkeling
développer / le développement
communiceren / de communicatie
communiquer / la communication
communicatief
communicatif(ve)
streven naar
viser à
bereiken
atteindre, toucher
zich richten tot
s’adresser à
zich richten op een doelgroep
cibler
de aandacht trekken
attirer l’attention
aanzetten tot
inciter à
bewust maken van / de bewustmaking
sensibiliser à / la sensibilisation
opwekken
susciter
beschikken over / beschikbaar
disposer de / disponible
binden / de binding
fidéliser / la fidélisation
trouw zijn aan
être fidèle à
verbinden / een band
lier / un lien
zich identificeren / een identificatie
s’identifier / une identification
verwachten / een verwachting
attendre qqn/qqch / une attente
verlangen naar / een verlangen
aspirer à / une aspiration
een boodschap verspreiden / de verspreiding
diffuser un message / la diffusion
uitzenden / een uitzending
émettre / une émission
publiceren / een publicatie
publier / une publication