Module 10

Question 1

Kenmerk ZHZ

Answer 1

Twee driehoeken zijn congruent als en slechts als twee zijden van de eerste driehoek even lang zijn als twee zijden van de tweede driehoek en de ingesloten hoeken even groot zijn.

Question 2

Kenmerk HZH

Answer 2

Twee driehoeken zijn congruent als en slechts als één zijde van de eerste driehoek even lang is als één zijde van de andere driehoek en de twee paar aanliggende hoeken even groot zijn.

Question 3

Kenmerk ZZZ

Answer 3

Twee driehoeken zijn congruent als en slechts als drie zijden van de eerste driehoek even lang zijn als drie zijden van de andere driehoek.

Question 4

Kenmerk ZHH

Answer 4

Twee driehoeken zijn congruent als en slechts als één paar zijden van de twee driehoeken even lang is, één paar aanliggende hoeken even groot is en het paar overstaande hoeken even groot is.

Question 5

Kenmerk 90° SR

Answer 5

Twee rechthoekige driehoeken zijn congruent als en slechts als de schuine zijden uit deze driehoeken even lang zijn en één paar rechthoekszijden even lang is.

Question 6

Geef de 5 congruentiekenmerken

Answer 6

• ZHZ
• ZHH
• HZH
• ZZZ
• 90° SR

Question 7

Definitie congruente driehoeken

Answer 7

Twee driehoeken zijn congruent als en slechts als hun overeenkomstige zijden even lang zijn en hun overeenkomstige hoeken even groot zijn.

Question 8

Implicatiepijl (uiterlijk + vertaling)

Answer 8

⇒
‘Als…, dan…’

Question 9

Equivalentiepijl (uiterlijk + vertaling)

Answer 9

⇔
‘… als en slechts als…’

Question 10

⇔ (naam pijl + vertaling)

Answer 10

Equivalentiepijl
‘… als en slechts als…’

Question 11

⇒ (naam pijl + vertaling)

Answer 11

Implicatiepijl
‘Als …, dan…’