Module 1: La vie d’étudiant Flashcards
een huurmarkt
un marché locatif
Een grootte
une taille
Grenzen aan, (ici) ongeveer, circa
avoisiner
bevatten,omvatten
comporter
Overschrijden
Dépasser
Voorrang geven aan,verkiezen
Privilégier
Aan boord gaan, betrokken te raken
s’embarquer
Kijken naar, zich buigen over
Se pencher sur
Beslissend
Décisif
< décider
Verwaarloosbaar
Négligeable
Ruim
Spacieux
Gespannen
Tendu
Aan het floreren, in volle groei
Être en plein boum
= être en plein essor
Lessen trekken uit, inzichten krijgen
Tirer des enseignements
Een bondgenoot
Un allié
Een voortgang
Un avancement
< avancer
Lasten, kosten
Des charges
Een vervaldatum
Une date de péremption
Een uitgave
Une dépense
Een verspilling
Une gaspillage
< gaspiller
Een beheer
Une gestion
< gérer
Een melding
Une notification
Een vriend
Un pote (fam.)
Verfijnen
Affiner