Migratie Flashcards
Neoklassieke Economische theorie (Macro Theorie)
Volgens deze theorie en haar uitbreidingen wordt internationale migratie veroorzaakt door geografische verschillen in de vraag naar en het aanbod van arbeid
Neoklassieke Economie (micro theorie)
Mensen kiezen ervoor om te verhuizen naar de plaats waar ze het productiefst kunnen ze zijn, maar ook waar ze hogere lonen kunnen krijgen > individuele keuzes
Nieuwe economie van migratie
Houdt rekening met de omstandigheden op verschillende markten, niet alleen de arbeidsmarkt.
Theorie van het Duale Arbeidsmarkt
Er is een tweedeling in de industriële samenleving tussen primaire en secundaire sectoren.
Wereldsysteem theorie
Het stelt dat internationale migratie plaatsvindt van de periferie naar het centrum van het wereldsysteem
Netwerktheorie
Migrantennetwerken zijn persoonlijke banden die migranten, voormalige migranten en niet migranten met elkaar verbinden door onder meer vriendschap.
Institutionele theorie
Eens de internationale migratie op gang is gekomen, duiken privé-instellingen en vrijwilligersorganisaties op om te voldoen aan de vraag die ontstaat door het onevenwicht tussen grote aantal mensen dat toegang zoekt tot rijke landen en het beperkte aantal immigrantenvisa die deze rijke landen aanbieden.
Theorie van cumulatieve causaliteit
Causatie is cumulatief betekent dat elke keer als iemand migreert, de sociale omgeving verandert waarin toekomstige migratiebeslissingen worden genomen. Deze veranderingen maken het vaak waarschijnlijker dat er meer mensen zullen migreren.
6 sociaaleconomische factoren die migratie beïnvloeden
- inkomensverdeling
- verdeling van het land
- organisatie van de landbouw
- cultuur
- de regionale verdeling van menselijk kapitaal
- sociale betekenis van werk
Push factoren
Deze factoren verwijzen naar de omstandigheden in het land van herkomst die mensen aanzetten om te migreren
Pull-factoren
verwijzen pull-factoren naar de aantrekkingskracht van het ontvangende land die migranten aantrekt
Bonding sociaal kapitaal
Tussen mensen binnen de lokale gemeenschappen
Bridging sociaal kapitaal
Tussen mensen binnen de lokale gemeenschap en mensen buiten de lokale gemeenschap
4 fundamentele kenmerken van industriële samenlevingen en hun economieën
- Structurele inflatie: De kosten voor werkgevers om de lonen te verhogen van laaggeschoolde werknemers aan te trekken zijn meestal hoger dan het importeren van arbeidsmigranten die lage lonen accepteren
- Motivatieproblemen: Werkgevers hebben werknemers nodig die een baan op het ‘laagste’ niveau alleen zien als middel om geld te verdienen, zonder gevolgen voor status of prestige
- Economisch dualisme: Lage lonen en onstabiele omstandigheden maken het moeilijk om autochtone werknemers in de secundaire sector aan te trekken die al worden aangetrokken tot de primaire sector, waar de lonen hoger zijn
- Demografie van arbeidsaanbod: stijgend evraag naar arbeidsmigranten omdat er bv een stijging is in het aantal echtscheidingen of stijgingen in mensen die onderwijs krijgen