Globalisering Flashcards

1
Q

Doubling time

A

De tijd die aangeeft hoelang het duurt voor de bevolking is verdubbeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Globalisering

A

De verschillende processen die ervoor zorgen dat geografisch verspreide menselijke bevolkingsgroepen nauwer in contact komen, waardoor er een wereldwijde samenleving ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nation-state

A

politieke gemeenschappen, gescheiden van elkaar door duidelijk afgebakende grenzen in plaats van de vage grensgebieden die traditionele staten van elkaar scheidden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

drie types van pre-moderne mensen maatschappij

A
  • Jagers en verzamelaars
  • agricultuur
  • Pastorale samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De drie werelden

A
  • Eerste: geïndustraliseerd en rijk (USA, Duitsland)
  • Tweede: communistisch USSR en Oost-Europa
  • Derde: niet-industrieel en lage inkomenslanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Developed countries

A

Geïndustraliseerde landen en hebben een hoge BBP (Australië en Frankrijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Developing countries

A

Landen die vroeger bij een kolonie regime hebben gezeten, minder sterk ge:industrialiseerd zijn en lage BBP (Niger en Mali)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Majority world

A

Meerderheid leeft in developing landen en bezit minder dan de minderheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

minority world

A

minderheid leeft in developed landen en bezit meer dan meerderheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Global South

A

Majority developing landen. Daarnaast zijn dit voormalige koloniën geweest en is er sprake van grote ongelijkheden en levensstandaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Global north

A

minority developed landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

GINI-coëfficiëntie

A

Maakt het internationaal vergelijken van inkomensongelijkheid gemakkelijker. Hoe dicht bij de 0, hoe minder sprake er is van een ongelijke inkomensverdeling. Dichter bij de 1, meer sprake van een ongelijke inkomensverschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoofdelementen van sociale verandering

A
  • Economische ontwikkeling
  • Socio-culturele verandering
  • Politieke organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vier aspecten van socio-culturele veranderingen

A
  • Religie en geloof
    _ communicatie systemen
  • leiderschap
  • wetenschap en secularisering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drie dimensies van globalisering

A
  • Economische globalisering
  • Politieke globalisering
  • sociale globalisering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

KOF-index

A

dit is de index waarin de mate van globalisering van landen wordt gemeten, hoe hoger de index hoe meer een land geglobaliseerd is.

17
Q

Drie kernelementen van globalisering

A
  • informatie en communicatie technologie
  • De verweving van culturen en economiën
  • Politieke globalisering
18
Q

Time-space compression (Harvey)

A

Iemand die in Londen zit, kan foto’s, documenten, video’s en afbeeldingen sturen naar iemand die in Tokyo zit. De afstand tussen deze twee personen is dus heel erg verkleint, waardoor de wereld dus kleiner wordt.

19
Q

Information flows

A

Doordat de informatie van technologie wordt verspreid, ontstaan er culturele contacten tussen verschillende mensen en dit zorgt er ook weer voor dat er nog meer informatie gedeeld wordt. Denk bijvoorbeeld aan 9/11. Iedereen in de wereld heeft dit meegekregen, omdat mensen al met elkaar in verbinding stonden en daardoor alles meekrijgen.

20
Q

Twee complicaties, doordat mensen zo erg met elkaar in verbinding zitten:

A
  • Globale verantwoordelijkheid: Gemeenschappelijkheid van problemen
  • Uitdaging voor identiteit: ondermijning gevoel van nationale identiteit van mensen
21
Q

Weightless economy

A

Er is handel in ontastbare producten en diensten zoals software

22
Q

knowledge society

A

Een “knowledge society” of kennismaatschappij is een samenleving waarin kennis en informatie de belangrijkste bronnen van economische groei, sociale ontwikkeling en persoonlijke empowerment zijn. In een kennismaatschappij speelt de productie, verspreiding en toepassing van kennis een centrale rol.

23
Q

Gelokalisatie

A

globalisering + lokalisatie (Robertson, 1992) > analyseren hoe het globale verandert wanneer het in contact komt met het lokale

24
Q

Top-down

A

Producten aanpassen aan de lokale markt > MC kroket

25
Q

Bottom-up

A

Het lokale selecteert en past elementen aan > BLM in NL veel minder over politiegeweld

26
Q

Drie types die een mening hebben over globalisering

A
  • Hyper globalizers
  • sceptici
  • Transformationalist
27
Q

Manuel Castells

A

alle aspecten van het menselijk leven worden gedomineerd door netwerken, die ver over nationale en culturele grenzen strekken