Mens en Samenleving Flashcards

1
Q

Wat zijn inkomsten

A

De bedragen die je krijgt, zijn inkomsten.
Zakgeld is bv. een soort van inkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn uitgaven

A

De bedragen die je betaalt, zijn uitgaven.
Bv. een drankje in de kantine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een budget

A

Het budget is de som geld waarover iemand beschikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is een Budget in balans

A

Je budget is in balans als je evenveel of meer inkomsten dan uitgaven hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Budgetoverzicht

A

Een budgetoverzicht geeft een beeld van je inkomsten en uitgaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voordelen van Zakgeld krijgen

A
  • Je leert de waarde van het geld kennen.
  • Je leert keuzes maken.
  • Je leert sparen voor duurdere spullen.
  • Zo kan je later bewuster omgaan met geld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sparen

A

Als jij je geld opzij zet of het niet uitgeeft, dan ben je aan het sparen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lenen

A

Als je geld van iemand leent, moet je dat bedrag teruggeven.

Als je geld aan iemand uitleent, is dat tijdelijk. Je verwacht dat die persoon het jou terugbetaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schulden

A

Je hebt schulden als je iemand een onbetaald bedrag nog moet terugbetalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Basisbehoeften

A

Basisbehoeften zijn de dingen die iedereen nodig heeft om te kunnen leven:
- eten & drinken
- huisvesting
- kleding

Gecreëerde behoeften zijn afhankelijk van jouw voorkeur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Factoren die het koopgedrag beïnvloeden

A
  • de prijs van het product
  • het budget waarover je beschikt
  • je eigen persoonlijke voorkeur
  • reclame (via advertenties, radiospots, sociale media, …), soms door een bekende persoon, of door het koopgedrag van een groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rationele keuze

A

je denkt goed na over je keuze, je baseert je keuze op feiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Emotionele keuze

A

je baseert je keuze op basis van je gevoelens, emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Intuïtieve keuze

A

je denkt niet echt na over je keuze, je beslist onbewust, je luistert naar je buikgevoel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly