Mendeliaanse genetica Flashcards
1
Q
Missense mutatie
A
Een nucleotide wordt vervangen met een andere nucleotide.
2
Q
Nonsense mutatie
A
Een nucleotide veranderd waardoor het een stopcodon wordt en het eiwit wordt ingekort.
3
Q
Frameshift mutatie
A
Deletie of insertie van een nucleotide, waardoor het leesraam veranderd.
4
Q
Pleiotropy
A
Een gen heeft verschillende fenotypen.
5
Q
Genetische heterogeniteit
A
Verschillende mutaties uiten zich in hetzelfde fenotypen.
6
Q
Epistasie
A
Interactie tussen genen op verschillende loci waar het ene gen de actie van het andere gen maskeert.