Genexpressie van DNA naar eiwit Flashcards
Transcriptie bestaat uit drie delen, noem deze.
Initiatie, elongatie en terminatie
Beschrijf transcriptie initiatie
Initiatie is het proces waarbij basale transcriptiefactoren RNA pol II op de juiste plek hebben gebracht zodat transcriptie van start kan gaan. Basale transcriptiefactoren TFIID bindt aan de promotor, daarna TFIIB. Nu kan RNA pol II binden aan de transcriptiefactoren. Wanneer alle benodigde transcriptiefactoren gebonden zijn, bindt TFIIH aan het complex. TFIIH fosforyleert RNA-pol II en maakt de matrijsstreng toegankelijk waardoor transcriptie van start kan gaan.
Beschrijf transcriptie elongatie
Een RNA-streng wordt gemaakt die complementair is aan de coderende DNA streng. De RNA-streng groeit van 5’–>3’. De 5’ kant wordt beschermd door het toevoegen van een cap.
Beschrijf transcriptie terminatie
Transcriptie stopt wanneer RNA-pol II een polyadenyleringsequentie tegenkomt (poly-A-signaal). Hierbij wordt de RNA-streng afgeknipt door knip-enzymen. Uiteindelijk wordt de 3’ kant beschermd poly-A-bindende eiwitten.
Specifieke transcriptiefactoren
Activators/repressors, deze binden aan enhancers/silencers en beïnvloeden zo de mate van transcriptie.
Waar bevinden enhancers/silencers zich op het DNA en hoe maken ze contact met RNA-polymerase?
Ze zitten vaak op grote afstand van de promotor en trekken RNA-pol II aan waardoor het DNA een loop maakt en de enhancers/silencers contact kunnen maken met RNA-pol II.
Trans-elementen
Trans-elementen zijn genen die coderen voor eiwitten die DNA-transcriptie beïnvloeden, zoals specifieke transcriptiefactoren.
Cis-elementen
Cis-elementen zijn enhancers en silencers die zich op hetzelfde gen bevinden als die wordt gebruikt voor DNA-transcriptie.
Wat gebeurd er als Histon Aceytl Transferase (HAT) een acetylgroep toevoegd aan de N-terminus van een histon?
Het DNA wordt losser, waardoor transcriptie initiatie van start kan gaan.
Combinatorial control
Specifieke transcriptiefactoren werken als een commissie, waarbij vaak de laatst toegevoegde de beslissende factor kan zijn (gen aan/uit).
Welk gen heeft ervoor gezorgd dat de mens verschilt van een chimpansee?
Het FZD8 gen, die codeert voor de Wnt receptor, is geëvolutioneerd. Hierdoor heeft de mens een hogere enhancer activiteit voor dit gen dan chimpansees hebben.
Wat veroorzaakt het syndroom Duchenne musculaire dystrofie (DMD)?
Er heeft een deletie in het DMD gen plaatsgevonden, waardoor het dystrofine eiwit niet meer functioneel is of zelfs afwezig is.