matrices: som, verschil, product Flashcards

1
Q

verticaal

A

kolomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

horizontaal

A

rijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 rijen en 3 kolommen

A

(4 x 3) - matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

definitie matrix

A

een m x n matrix is een schematische voorstelling van m * n getallen, gerangschikt in m rijen en n kolommen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe wordt een matrix benoemd?

A

met een grote letter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe noemen we m x n

A

de dimensie van de matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

R ^m x n

A

verzameling van alle m x n matrices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

algemene notatie rijmatrix

A

1 x n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

algemene notatie kolommatrix

A

m x 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een nulmatrix?

A

een matrix waarbij alle elementen 0 zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

algemene notatie nulmatrix

A

0 m x n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

algemene notatie vierkante matrix

A

(m x m) - matrix -> matrix van de orde m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

algemene notatie symmetrische matrix

A

aij = aji

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerk scheef symmetrische matrix

A

hoofddiagonaal is altijd nul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

algemene notatie scheef symmetrische matrix

A

aij = - aij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 soorten driehoeksmatrix

A
  • bovendriehoeksmatrix
  • onderdriehoeksmatrix
17
Q

wat kun je bij een driehoeksmatrix doen?

A

een driehoek trekken door de nul(len) weg te laten

18
Q

kenmerk diagonaalmatrix

A

enkel niet-nullen op diagonaal

19
Q

kenmerk scalaire matrix

A

eenzelfde getal op diagonaal, de rest van de getallen zijn nullen

20
Q

kenmerk eenheidsmatrix

A

enkel 1 op diagonaal, de rest zijn nullen