Materiaalkennis Flashcards

1
Q

Datering romeinse tijd ABR

A

12 v. Chr. tot 450.
muntvondst van 19 v.Chr. maar abr is oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Terminus post quem voorbeeld

A

munten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Terminus ante quem voorbeeld

A

pompeii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Seratie

A

Populariteitscurve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dateringshorizont

A

‘Het moet gebeurd zijn tussen […] en […]’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

IA
Ic

A

1e helft 1e eeuw
3e kwart 1e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

keramiek ROM vs PRE

A

veel materiaal, veel variatie
gedraaid.
massaproductie: industrie
lokaal handgevormd.
herkomst verschilt
in een korte tijd veel typologische veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Typisch romeins materiaal

A

Beton
Bronsgieten
Draaischijf
Glasblazen
Baksteenproductie
Hypocaustra (heteluchtverwarming)
Waterleidingen

Grote ovens
paarden
gereedschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

key sites productie ROM

A

Italie: monte testaccio: haven, olijfkruiken
NL: woerden. gelijk aan m. testaccio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

herkomst materiaal ROM

A

glas: keulen
baksteen: nijmegen
Metaal: lokaal
Terra sig. : gallie
amforen: spanje.
Leer, bot, AW; lokale productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belangrijke vragen voor archeologen

A

Hoe komt het in de bodem terecht?
hoe is het geproduceerd
is de depositie bewust
waarom deze vondst op deze locatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ROM KER- productie

A
  1. Verkrijgen grondstof
  2. vormen pot (draaischijf)
  3. drogen
  4. bakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oxiderend vs. reducerend

A

Oxiderend: zuurstofrijk, licht.
Reducerend: zuurstofarm: donker.

Soms lokale kleurverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Handgevormd AW

A

ROM: komt niet veel voor, neemt af in populariteit. ook omdat de productie van gedraaid sneller en goedkoper was.
Niet versierd. Enkel vingerindrukken tegen rand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Terr. Sig.

A

Betekenis naam: bestempelde aarde.
Typologie op basis van randen.
Geen glazuur, maar klei op klei
Hoog ijzergehalte
Retrograde naam van pottenbakker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Grootste afnemer terra sig

A

Romeinse leger. Daarom komen de productiecentra mee naar gallie als de romeinen daar komen. Geen productiecentra in NL. er was geen ijzerhoudende klei in omgeving.

17
Q

ROML kwaliteit terr. sig

A

Kwaliteit AW achteruit

18
Q

Gladwandig aw

A

Voornamelijk kruiken
rookschaaltjes
honingpotten

19
Q

Ruwwandig aw

A

Voelt ruw aan
Grove magering
geen tafelwaar

20
Q

Dikwandig

A

Groot:
Amforen
Dolia
Wrijfschalen

21
Q

Belgische waar

A

Gebied belgie
Terra rubra, nigra en kurkurn
vreemde vormen

22
Q

Geverfd aardewerk

A

Gladwandig + verf en versieringen

4 mogelijkheden:
A. rood op wit
B. zwart op wit
C. zwart op rood
D. glanzend zwart op rood

23
Q

pompeiaans rood

A

idk heb niks opgeschreven

24
Q

Lowlandsware

A

Verouderde namen: waaslands, kustwaardewerk etc.
2 soorten: blauwgrijs en rood.

25
Q

Glazuur

A

in de romeinse tijd al aanwezig maar in NL heel zeldzaam

26
Q

Glas: eigenschappen

A

Combinatie soda/sillica (smeltmiddel, zand (70%) en kalk.
Standaardkleur is groen.
Andere en ontkleuren is mogelijk

27
Q

Oudste glasvondst NL

A

Bronstijd, glazen kraal uit irak. was er dus voor de ROM

28
Q

Maken van glas.

A

Smelten in een oven: 900-1500 gC.
Mogelijkheden:
1. Stukjes glas aan elkaar smelten (duizendbloemenglas)
2. blazen (vrij of in mal)
3. gieten in mal

29
Q

Stappen glasproductie

A
  1. klomp glas uit oven hol blazen en uitrollen
  2. voet uitknijpen
  3. voet vastplakken aan stang
  4. hals afbreken
  5. hals en rand afwerken
  6. evt. versieren
  7. aftikken
  8. langzaam afkoelen
30
Q

Romeinse glasovens

A

Verschillende olielampjes met afbeelding van romeinse glasovens

31
Q

Versiering glas

A

Uitknijpen van wand (stekels, ribben)
deuken
brokjes glas opbrengen (noppen)
applicatie gelkeurd glas
glasdraden
slijpen
graveren (laat romeins, vakmanschap). spreukbeker: goedkopere imitatie

32
Q

Glas in de bodem

A

vaak niet volledig
Bloklichten
Glascorrosie, irisatie en ‘suikerglas’

33
Q

Veel glas verdwenen. Waarom?

A

corrosie en irisatie
Cultureel: omsmelten

34
Q

Indeling romeins glas

A

Tafelwaar
Huishoudwaar (opslag, transport, keuken)
Olieflesjes, zalfflesjes. ‘tranenvangers’
Vensterglas
Speciale vormen